lijst van werken
vorige bladzijde


deze machtsstrijd is – hoezeer in stilte gevoerd – důrende werkelijkheid. Elk centrum van wereldmacht is tevens een centrum van keiharde, onverbiddelijke zakelijkheid, en onderling zijn deze centra permanent verwikkeld in een verwoed offensief en defensief: zij eisen permanent geniale eenzijdigen, en van deze geniale eenzijdigen: dat zij alles aan het belang van hůn onmiddellijk doel ondergeordend en aan hůn greep onderworpen houden. Hetgeen ook betekent: dat zij slechts zoveel aan geluksgoederen en gelukswaarden vrijgeven als in overeenstemming is te brengen met de situatie van hun macht en machtsstrijd. Slechts zoveel sociaal recht; slechts zoveel welwillendheid tegenover de religie, etc.
    En deze eenzijdigen behoeven durend een hiërarchie die van hoog tot laag eveneens uit eenzijdigen bestaat: met hen toch laat zich het doeltreffendst samenwerken. Zijn de grote daadmensen – ofschoon zelf ’n enkele maal universeler dan hun opdracht veroorlooft – reeds door het karakter van de machtsstrijd aangewezen op de medewerking van eenzijdigen die zichzelf volledig met hun opdracht verwerkelijken (de machtsstrijd verdraagt nu eenmaal geen spelbrekers), zij zijn niet minder zeldzaam aangewezen op die menselijke ratjetoe van kleine eerzuchtigen, ijverzuchtigen, profiteurs en charlatans aan wie een machtspositie hoogste levensbevrediging schenkt (en die ook daarom voor de politieke machtsstrijd zo bruikbaar zijn). Elke strijd, die via de macht, d.i. via de politiek het geluk der mensheid wil verwerkelijken, heeft en behoeft een zedelijke en geestelijke onderwereld, heeft en behoeft deze permanent.
    Men kan het bovenstaande niet geconstateerd hebben zonder op een gegeven ogenblik de ontmoedigende conclusie te trekken, dat de politiek – omwille van het menselijk geluk bedreven – een doodlopende weg is voor datzelfde geluk. Het geluk laat zich niet collectief verwezenlijken. Alleen reeds omdat geen enkele collectiviteit voldoende mensen oplevert voor een hiërarchie die, wil dat geluk werkelijkheid kunnen worden, de voor dat geluk beslissende woorden kunnen spreken of de daarvoor beslissende daden kunnen stellen. Voor het geluk heeft men waarlijk niet enkel ,,mannen” nodig. De machtsstrijd echter eist welhaast doorlopend uitsluitend ,,mannen”. Doch ,,mannen” leveren slechts een

945





















volgende bladzijde



aangemaakt: 23-10-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 24-10-2010