lijst van werken
vorige bladzijde


III

DE MISSIE. Het christelijke Westen had de enorme opdracht van God het Rijk Gods en zijn beschaving naar het Oosten over te brengen.
Maar op hetzelfde oogenblik, dat Europa de vertegenwoordigers van het Rijk Gòds ontscheepte, ontscheepte het naar datzelfde verre Oosten ook de vertegenwoordigers van het rijk dat ,,van de wereld” is: het mammonisme, de keurbende van Satan. Dat had het onverzoenlijk conflict moeten opleveren, dat zich in de missiegebieden tusschen missioneering en kolonisatie had moeten afspelen. — God vocht om het bezit van het Oosten, maar de ,,wereld”, Satan, wilde het met niet minder geweld voor zich winnen. De ,,wereld” zou het Oosten zijn geloof ontnemen en, als zij iets teruggaf, het slechts het grofste materialisme kunnen teruggeven; de ,,wereId” zou het Westen gehaat maken en daarmede het westersche christendom zoodra en zoolang het zich niet vijandig en onverzoenlijk tegenover de practijken van de vertegenwoordigers der ,,wereld” stelde. De missie had denzelfden vijand als de inlander: het Westen, den kolonist. De missie had nooit den schijn op zich mogen laden ook maar in iets met diens practijken mee te gaan; zij had deze even openlijk, met het rècht van den Christus-vertegenwoordiger op aarde, en met het vertròuwen van den Christus-drager moeten afkeuren. Zij had even vreemd en vijandig tegenover het rijk en de machten der ,,wereld” moeten staan, als het Romeinsche christendom tegenover de ,,wereld”: het Romeinsche heidendom. Even apart en even gescheiden; als gekomen van en gezonden door een andere wereld — een wereld van liefde en rechtvaardigheid, een wereld, die de OPENLIJKE vijand was van het kwaad; even onverzoenlijk als Bartholomeus de las Casas — die de Kerk ,,sieraad en licht der Dominikanerorde” noemt, — en die één was uit dat kleine heldenleger, dat den ongelukkigen inboorling begon te beschermen tegen de onrechtvaardige overheersching der Europeanen 1).


1) De geschiedenis der Spaansche kolonisatie in Zuid-Amerika is, aanvankelijk, hèt voorbeeld van deze openlijk en hèftig uitgevochten, niet ontweken, en nog minder ontveinsde botsing tusschen Kerk en kolonist; tusschen, eenerzijds, de vertegenwoordigers van Gods Rijk op aarde (Kerk en Kroon) en, anderzijds, de vertegenwoordigers en verdedigers van het rijk der ,,wereld”: de kolonist, de mammonist. Deson-




12


















volgende bladzijde



aangemaakt: 16-11-2008 Copyright © 2011 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 04-01-2011