lijst van werken
vorige bladzijde


H E N R I   B R U N I N G

zegepraal der waarheid, van een vrouw de man, van het kind de vader, van het meisje de geliefde kunnen doden? Voel je niet, hoe abstract het geweld moet blijven, en hoe abstract je geweten, wanneer je tot geweld besluit. Voel je niet hoe laf die moed, hoe gewetenloos dat geweten is?

ZUCCARI

[rustig]: Massimo, elke goede handeling impliceert een demonisch element. Elke goede handeling is ergens anti-humaan, anti-christelijk, is ergens satanisch. Gaf je je daarvan nooit rekenschap? - Luister, dit geldt niet voor jou, maar in deze vorm wil ik je er toch aan herinneren: De ouderdom van een tijdperk openbaart zich in de gewetensvrees voor het recht en de plicht, het heden om de toekomst niet te tellen.

MASSIMO    

De waarheid is jeugd, en daarom anders. . . . Het behoort juist tot haar jeugd-zijn, dat zij elk geweld afwijst, dat ze gelooft in de scheppingskracht van zichzelf en van het leven. Welk ander geestelijk goed eiste ooit het zwaard voor zich op om tot geldigheid te geraken, of geraakte ooit tot geldigheid dóor het zwaard. [als Zuccari zwijgt:] Maar je verwijt me, dat ik te zeer gevoelsmens ben. . . . ?

ZUCCARI

O neen, versta mijn zwijgen niet zo. . . . Hier spreken twee verschillende waarheden, Massimo, twee verschillende plichten, twee verschillende roepingen: een religieuze, en een politieke.

MASSIMO

[ingehouden]: De waarheid kent slechts éen roeping: te overwinnen zonder geweld. Dan alleen heeft zij waarlijk van de mens bezit genomen; Zuccari, dan alleen zijn we sterk door haar en is zij sterk door ons. Dat, dát heeft ook Caracci geloofd. . . .

ZUCCARI

[na stilte]: Wees sterk, Massimo. Want wat jij de ’jeugd der waarheid’ noemt, is het eenzaamste deel der waarheid. . . .

II

Grauw, kaal vertrek in schuilkelder van Caracci’s hoofdkwartier; houten tafel waarop 2 telefoontoestellen; enkele stoelen etc. Rechts deur; op achtergrond tweede deur. Pietro Belotto, Giulio Zuccari staande, terwijl ze wachten op de komst van Caracci en de anderen.

ZUCCARI

[peinzend]: Inderdaad, Caracci is hard geworden. De strijd maakt het ons.




178





















volgende bladzijde
inhoud



aangemaakt: 02-08-2008 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 13-10-2010