lijst van werken
vorige bladzijde


H E N R I   B R U N I N G

MARIA GORETTI

Drama in drie bedrijven met voorspel

Tiende Toneel

Later op de avond van dezelfde dag. Woonkamer der Goretti’s als tijdens vierde toneel. Buiten hoort men in de verte nog de muziek der defilerende troepen en het verwijderde gejuich der menigte. Maria is alleen. Terwijl zij bezig is enkele zaken op te ruimen, opent Lorenzo de deur. Met duistere blik en verhit, verwilderd gezicht blijft hij in de deuropening staan.

MARIA

[geschrokken, en verdrietig als zij hem zo ziet]: Jij? Lorenzo!? - Wat Wil je, Lorenzo, op dit late uur.

LORENZO

[somber]: Je spreken. Kom. Kom.

MARIA

Nu?

LORENZO    

Kom.

MARIA

We kunnen hier spreken. Er is niemand.

LORENZO

Waar zijn ze?

MARIA

Bij grootvader, in de bergen. Daar blijven ze tot de rust hersteld is. Ze zullen wel niet voor morgen terug zijn. Giovanna is in de stad, op het feest. [als Lorenzo zwijgt:] Je bent dus eindelijk gekomen. Waarom wachtte je zo lang?

LORENZO

[bitter]: Heb je naar me verlangd? [als Maria zwijgt:] Niet verlangd dus. Is ’t dan zo vreemd dat ik dit uitstelde? Ik koos de plicht boven het hart! Of boven het vonnis. De plicht heeft zich niet ontfermd. Nu sta ik hier. Vel het vonnis. [als Maria gekweld zwijgt, somber:] Veracht je me. . . .

MARIA

[treurig]: Waarom wil je me verkeerd verstaan.

LORENZO

Veracht je me omdat ik zo voor je sta. . . .

MARIA

Lorenzo, waarom verneder je je zo.

LORENZO

[zwijgt; zonder overgang, dof]: Dat je dat wil. - Dat je daar staat, - aan hun zijde. Hoe heb je vroeger over hen, hun ontrouw aan het leven, gesproken. En nu. . . .




166





















volgende bladzijde
inhoud



aangemaakt: 02-08-2008 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 13-10-2010