LAURA |
Misschien laat het zich ook anders zeggen. [als Lorenzo zwijgt:] Is jouw waarheid een droom, of is Maria’s droom een waarheid; of worden wij allen ingesponnen in een begoocheling, en kan niemand de sluiers verbreken.
|
LORENZO |
[met droefgeestige glimlach]: En deze twijfel zou de waarheid zijn, die we vrezen. . . . ?
|
LAURA |
. . . . die we ontvluchten in ’zekerheden’, - die trieste maakselen van onze handen. [als Lorenzo zwijgt:] Is ons weten iets anders dan een vlucht in ficties, waarmede we het leven leefbaar maken?
|
LORENZO |
[met een vleug medelijden]: Schone Laura.... [haar hoofd oprichtend en haar dwingend hem aan te zien, ernstig, en vermoeid:] Waarvan wilde je me overtuigen? Neen, antwoord niet te haastig. Waarvan Laura?
|
LAURA |
[ontwijkend]: Of vond Maria toch een betere waarheid. . . . ?
|
LORENZO |
Van Maria’s ernst wilde je me overtuigen. . . . ?! Niet van jouw ernst?
|
LAURA |
[a.b.]: Wat betekent mijn ernst voor je. Toch niets.
|
LORENZO |
Was alles niet een voorwendsel, om te kunnen zeggen, dat niets betekenis heeft, en alle waarheid onwaarde is?
|
LAURA |
Voorwendsel. . . . Hoe moet je me verachten.
|
LORENZO |
Niet verachten. Het is zo bekoorlijk, die verborgen onoprechtheid der instincten.
|
LAURA |
Besef je niet, hoe diep je me grieft.
|
LORENZO |
Laura, alle ernst om die ene bekoorlijkheid vergeten. - Om te zijn wat men is, tóch is, nóg is, óok is.
|
LAURA |
De waarheid die we vrezen. . . . Misschien vrezen we alleen het lichaam. . . .
Vierde toneel
Ochtend. Woonkamer der Goretti’s. Sjofel, bijna armoedig interieur. Aan de achterwand een gekruisigde Christus. Op tafel nog enige resten van het ontbijt dat Lucia Goretti bezig is op te ruimen. Giovanna, wier gezicht ontsierd wordt door een
|