|
VIII
Toch werkte Vondel op de Bank van Leening
Seeghers spoog bloed eer hij zieltogend heen ging
en werd door wat artiesten afgehaald.
Nu sta ik op de gracht en overweeg er:
Land van de vis, de vis wordt duur betaald,
Maar voor de Kunst is de balans nog leeger!
|
Bertus Aafjes
’’—
De Staat bevordert dus met alle hem ten dienste staande middelen het tot stand komen der goede letteren. De Staat zou echter schromelijk tekortschieten, wanneer hij alleen belangstelling toonde voor de geestelijke zijde van dit vraagstuk. Er is meer noodig dan een goede instelling van den schrijver, meer ook dan datgene wat de instelling van een schrijver (juist en zuiver, vitaal en scheppend) richt.
In het voorgaande zagen wij den arbeid van den Staat ten overstaan van den schrijver beperkt tot een cultuur-politieke werkzaamheid, doch het vraagstuk der goede letteren heeft ook een materieele zijde - en een zeer klemmende — waaraan de Staat niet onverschillig voorbij kan gaan. Het kan voor de goede letteren niet bevorderlijk zijn wanneer een schrijver, die zich geheel aan zijn werk wil wijden, een — gelijk maar al te vaak — uiterst kommervol bestaan leidt, met als eenig perspectief: een nog kommervoller ouderdom; een bestaan dat den
21
|
|