terug naar werken Henri Bruning
vorige bladzijde



vorige bladzijde het leven niet te strak spannen (al kan dit, soms, een dwingende eisch worden), geen sectarische klopjachten (ketterjachten) ondernemen, geen inquisitorische banbliksems slingeren. Het is met inzicht, met wijs beleid en geduld leiden — doch tevens duidelijk kenbaar maken, dat dit geduld en dit beleid niet te misleiden zijn, niet te misbruiken om een eigen, om geen leven of gemeenschap zich bekommerend, spelletje eindeloos te continueeren, te rekken en zich aan elken harden levensplicht te onttrekken. Een schrijver moet het leven eerbiedigen, d.i. liefhebben met een strijdbare en viriele liefde; zijn leven en het leven der anderen en hét leven in het algemeen. De liefde is het eenige dat tot scheppende werkzaamheid inspireert, en het eenige ook, dat ons deze aarde aanvaarden doet.


    Wil de Staat werkelijk bereiken, dat ook de kunstenaar zich de schoone waarden van het natuurlijk leven weer bewust wordt, dat ook de kunstenaar weer doordrongen wordt van zijn verantwoordelijke positie ten opzichte van het doel van het gemeenschapsleven, dan moeten deze waarden en dan moet dit doel geopenbaard worden op een wijze, die van cultureel niveau getuigt. Men kan geen liefde voor de gemeenschap en haar groote opdracht in het leven van enkeling en volksgemeenschap kweeken, geen liefde voor het vaderland en deszelfs noodzakelijke grootheid, geen liefde voor de opdracht van een volk temidden der andere cultuur-volken, als deze wekroep het niveau der schetterende (en ketterende) platitudes niet te boven komt. Cultuur is allereerst het werk van (uiteraard weinige) scheppende persoonlijkheden. Het is van méér belang momenteel (en trouwens altijd) dézen te bereiken (en zoo mogelijk te overtuigen) dan het volk te bereiken zónder voor de leidende persoonlijkheden van een tijd een (op zijn minst) verontrustende confrontatie te zijn geweest. Een Staat, die cultureel leidend en vormend wil zijn, kan geen andere opdracht hebben dan allereerst leidend en vormend te zijn voor de besten, en indien niet meer voor de besten van een vorige, dan voor de besten van de huidige (d.i. komende) generatie. Met platitudes bereikt men slechts de impotenten, dezulken die in geen enkel opzicht voor cultuur-schéppend werken in aanmerking komen. Op elken waarachtig scheppenden geest is in meerdere of mindere mate de karakteristiek van toe- volgende bladzijde


19


















volgende bladzijde



aangemaakt: 11-09-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 15-09-2009