
|
368 |
G U I D O G E Z E L L E, D E A N D E R E
|
vlucht ik van alles wat kan binden,
wordt er geen streling meer door mij verwacht,
en met uw boek onder mijn arm
loop ik te dwalen door de zwarte nacht…
Kempis, Kempis, eenzame asceet,
bleke asceet, wat heb je mij misdreven!
Reeds vele jaren ben ik ziek,
en ’t komt door ’t boek dat jij eens hebt geschreven.
|
(Albert Helman: Mexico Zingt)
Deze reactie moge dan op een misverstand berusten, zulk een misverstand is in ieder geval bij Gezelle ondenkbaar!
|

|