lijst van werken
vorige bladzijde



318 G U I D O   G E Z E L L E,   D E   A N D E R E

vorige bladzijde heid-zijn van iemands waarheid, of anders gezegd, dat het waarlijk deelhebben met zijn waarheid aan de waarheid d.i. aan de orde, d.i. aan het leven, tenslotte misschien alleen aannemelijk wordt door het openbloeien, het waarlijk vollediger leven worden van het leven. Als ik Gezelle’s leven beschouw, niet alleen de standvastigheid, de geduldige kracht waarmede hij zijn barre lot is blijven dragen, maar meer nog de mildheid en minzaamheid waarmede hij hen, van wie hij toch alles moest afwijzen, is blijven bejegenen, en, niet het minst, het al schoner openbloeien van zijn innerlijkste wezen en van wat hij aan gaven en begaafdheden bezat, dan kan ik dit alles slechts zien als een teken van het scheppende wezen zijner waarheden, en dit scheppend wezen als een teken van haar deel hebben aan de Orde: van haar waarheid zijn. In zijn waarheid heeft de mens zichzelf gerealiseerd als waarlijk mèns. volgende bladzijde


a. Vervloeien, dooreenvloeien.

b. Die prachtige gevaarlijke voorsprongen kan men ook aanwijzen in zijn opvattingen over de opvoeding, in zijn stoutmoedige liturgische denkbeelden, in zijn ideeën over de menselijke vrijheid, de menselijke persoonlijkheid, de vormgeving van de vlaamse strijd; en ook poëtisch heeft hij dingen gedaan en problemen doordacht waarvoor pas de laatste generaties (dichtergeneraties) begrip opbrengen: zo heeft hij, reeds omstreeks 1865, het ‘lettrisme’ doordacht en in wezen beantwoord. – En religieus? In de twintig jaar van zijn zwijgen had deze uitzonderlijke mens een weg van religieuze levensvernieuwing afgelegd welke nog heden door de geleidelijk zich voltrekkende kerkelijk-godsdienstige levensvernieuwing niet gehéel is afgelegd. Ik wees reeds op wat Notker Krautwig eerst in 1940 naar voren brengt als nieuwe grondslag voor een christologische moraaltheologie. – En voor het overige moge ik herinneren aan wat ik schreef op p. 220-221 van dit geschrift met betrekking tot de religieuze motieven welke zich in hem verbonden en in hem een uniek gebléven synthese bereikten.

c. Ziehier enkele der ‘sujets à mettre en vers’ toegelicht. Het karakteriseert nog iets anders dan enkel een misverstand ten aanzien van hetgeen men een dichter als Gezelle zoal kan opdragen. ‘La prière du matin. – J’offre à Dieu ma journèe. Qu’il me préserve de tout malheur du corps et de l’âme, de toute maladie, de tout péché, et que je remplisse tous mes devoirs, et que j’augmente le trésor de mes mérites.La prière du soir. – Je remercie Dieu des grâces qu’il m’a faites pendant la journée.Je lui offre mon repos, pour rèparer mes forces et le servir demain avec plus de ferveur. Qu’il me conserve la vie pendant ce sommeil, image de la mort!’ ‘Ce qu’est pour nous la Ste Eglise, son institution, ses richesses spirituelles, l’arche du salut, nécessité de lui appartenir. Jérusalem de la terre, faubourg du ciel. Plutôt mourir que de la quitter! Elle nous a donné la vie du corps; seule elle peut nous ouvrir les portes du ciel.La Hiérarchie.Le Souverain Pontife, vicaire de N.S.J.C., successeur de St Pierre, chef





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 22-12-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 17-10-2014