lijst van werken
vorige bladzijde



Z I J N  D R A M A 315

vorige bladzijde te spreken en eretitels te verzamelen. Gezelle’s vrede werd te duur gekocht – en anders...

7

Herhaaldelijk noemde ik Nietzsche. Niet toevallig. Met Nietzsche heeft Gezelle geweten van die droom der groten: “Irgendwie einmal ‘Erzieher’ in einem grossen Sinne zu werden”, ‘dem einzelnen Menschen gegenüber mitleidig und nachgebend, im Aussprechen unsrer Weltanschauung starr wie die alte Römertugend’; met Nietzsche deelde hij de afkeer der groten jegens dat mensenslag dat ‘die Ehrfurcht fehlt’; en met Nietzsche was Gezelle verbonden door eenzelfde ideaal van mildheid en menselijkheid en eenzelfde ‘heroischen Grundstimmung’ ; het is alsof men woorden van Gezelle leest wanneer Nietzsche (hij was toen nog zeer jong) schrijft: ‘und wir laufen mutiger vorwärts. Soll es uns sehr kümmern, dass es nicht viel, ja sehr wenige Zuschauer gibt, die Augen haben zu sehen, welchen Wettlauf wir laufen?’ ‘Sein Werk fortsetzen und dabei so wenig als möglich an sich denken – das muss es wohl sein, was not tut.’ ‘Nur noch pflanzen, bauen und schaffen!’ En in dezelfde brief waaruit het voorlaatste citaat, lezen we nog: ‘Und am meisten empfinde ich es, wie Ihr mich weit gerade durch liebevolle Gesinnung übertreift und an Euch weniger denkt’. – Deze werkzame ‘stille Verborgenheit’ was de droom waarmede beiden, Nietzsche en Gezelle, hun opdracht onder de mensen begonnen. Gezelle behoedde deze droom en deze liefde tot het einde. In Nietzsche werden beide gevaarlijk bedreigd door wat zijn gevaarlijk recht (zijn ‘schreckliche’ plicht) zou worden: ‘die ganze schreckliche Summe alles dessen, was wir fliehen, fürchten und hassen, muss erst zusammengerechnet sein (– dann aber auch kein Blick mehr zurück ins Negative und Unfruchtbare!).’ Nietzsche moest voor zijn sprong (en hij zou een grote, prachtige sprong nemen) een grote aanloop nemen, d.i.: met de ogen gericht op de plek waar hij moest afzetten, zich achterwaarts bewegen, ruimte maken, achter zich, en, vooral, ook ruimte openhouden voor zich. Hij moest voorkomen dat anderen, onbevoegden en rechtelozen, zich zijn waarheden toeëigenden om ook deze te verleugenen. Doch ook in dit gevecht, dit recht der scheppenden, ontketent men zijn haat blijkbaar niet zonder gevaar. Er volgen accenten, welke wel zeer volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 22-12-2009 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 16-10-2014