lijst van werken
vorige bladzijde



296 G U I D O   G E Z E L L E,   D E   A N D E R E

vorige bladzijde vrienden, verandert nauwelijks iets aan de ignorante hoon, die zich als het wezenlijkste oordeel der officiële wereld ten aanzien van Gezelle’s schoonste producten had kenbaar gemaakt. En men herinnere zich de briefkaart – nog uit 1902! – van die brugse boekhandelaar aan de roeselaarse uitgever: ‘Je vous retourne les 3 exemplaires de G. Gezelle. Je ne puis rien faire avec l’ouvrage, qui n’est d’aucune valeur d’après plusieurs hommes compétents; il ne sera pas pris comme livre de distribution de prix’. En Walgrave signaleert in feite geen andere miskenning, wanneer hij vaststelt: ‘want, buiten zijne vertrouwden, en het arm eenvoudig volk, werd hij door de wereld niet of slecht begrepen, en bespot’. [30] En niets wordt zo duidelijk dan wanneer hij beproeft deze uitspraak met enkele schamele feiten wat te verzachten. En dat ook dat arm, eenvoudig volk, ondanks alle waardering, niet reageerde op (ontvankelijkheid kon opbrengen voor) wat onze grootste dichter innerlijk bewoog, is eveneens duidelijk. Het was een waardering die de menselijke en priesterlijke goedheid gold van zijn onzelfzuchtige natuur en vanzelfsprekend niet de rijkdommen van zijn geest. Aan Gezelle’s diepste wezen, daar waar hij als mens en priester zijn schoonste waarheden leefde, juist aan datgene dus wat hij wilde overdragen, gingen allen zonder begrip en eigenlijk volkomen onverschillig voorbij. Ook voor die superieure scheppingsact, die de grote inhoud van zijn priesterlijk leven was geweest, was alles met wezenloze stilte geëindigd tenslotte.
    Wezenloze stilte hangt er rond zijn gedichten; wezenloze stilte is de welwillendheid die hij ontmoet; wezenloze stilte is het durend afweren; en wezenloze stilte ook het grimmige schimpen dat telkens weer losbreekt, en dat het schimpen is van schimmen. Niets kreeg gedaante, niets stem, niets formuleert zich. Alles blijft vaag, vaal en zonder vorm. Alles is mist en stilte geworden, heeft zich met de jaren in mist en stilte opgelost: afweer, verzet, wrijvingen, begrip, welwillendheid, – en zelfs de vriendschap moet men zeggen; mist die ergens van dag tot dag bleef drenzen en hem omringen: koud, grauw, wezenloos, onvermurwbaar, ondoordringbaar. De tijd brengt hier geen verandering. De tijd brengt niets dan gecontinueerde mist, al dichter en stiller: onmenselijker: afweer zonder gedaante en daarom zonder genade, welwillendheid zonder begrip d.i. zonder eerbied en piëteit voor wat hij wezenlijkst is. Deze mist – of dit volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 22-12-2009 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 16-10-2014