lijst van werken
vorige bladzijde



284 G U I D O   G E Z E L L E,   D E   A N D E R E

vorige bladzijde boven hem, ook niet direct gevaarlijk: een welgesteld (of niet welgesteld) burgerdom reageert op de Unnormalen nu eenmaal anders, minder impulsief, gezonder ook dan een snel meegesleepte, snel misleide, oncritische jeugd. En bovendien, zo overwoog men zeer zeker, behield hij in die functie genoegzaam vrije tijd om te studeren en te schrijven, en ook dat was allerminst onwelwillend gedacht. Men kende de geleerde. Hoe zou men die niet kennen! Er waren honderden die van zijn ongemene geleerdheid wisten. Men leze wat Lauwers hierover schrijft. [14] Inderdaad, ‘in den kop van Gezelle lag er een ongehoorde schat van geleerdheid, van kennissen en wetensweerdigheden’. Dat wist men wel. Hij had jaren lang voldoende gepubliceerd om dat voor eenieder duidelijk te maken. ‘Te Kortrijk kwam hij toe, als mensch onbekend, maar als geleerde met eene faam die hem was vooruitgeloopen en van langs om grooter zou worden.’ [15] Een vriend schrijft hem eens: ‘en, als ik aan den godsdienst en ’t vaderland iets bijzonders mag wenschen, ’t is dat gij in korte jaren geraken zoudt waer ge zijn moet, ’t is te zeggen, hier in Leuven, professor aan de hoogeschool’. [16] Doch ook hier zou bewaarheid worden: ‘Gezelle zou nooit zijnen voet op dien ladder krijgen’. [17] ‘Kijkt gij over den grooten muur en blink’ de zonne u tegen, terwijl ik beneden blijve ootmoedig schoűrke staan’, schreef Gezelle [18], want Gezelle doorzag – als enige – volkomen zijn positie. Men kon hem als geleerde tegemoet komen, wanneer hij als zodanig geisoleerd en op minder gevaarlijk terrein bleef, maar na de roeselaarse ervaringen kon men niet meer riskeren dat zijn gevaarlijk-afwijkende persoonlijkheid in direct en durend contact kwam met een ontvankelijke jeugd, laat staan met een universitaire. Weliswaar werd hij in 1886 Doctor honoris causa van de leuvense Hogeschool, maar dit bracht geen consequenties mee: het bleef een eretitel. Evenwel... ‘als men Guido Gezelle bij zijn vereering te Leuven, als Dokter van Leuven zoeken ging, vond men hem niet meer. Hij was gevlucht!’ [19] Gevlucht? Uit schuwheid en mensenvrees? zoals Verriest veronderstelde en toen het ‘sprookje’ van zijn mensenvrees creëerde. Gezelle schuw? Hij die toch herhaaldelijk in het openbaar optrad en nooit bevreesd was dan het woord te spreken dat hij meende te moeten spreken! [d] Gezelle had, zoals zijn nederigheid hem gebood, de leuvense eretitel aanvaard, doch verder behoefde hij dit goed bedoelde spel niet mee te spelen. Andere gevoeligheden bracht hij niet op, en voor volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 22-12-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 30-12-2009