lijst van werken
vorige bladzijde



202 G U I D O   G E Z E L L E,   D E   A N D E R E

   vorige bladzijde Daar donderde ’t.., en, op malkaar aan ’t horten,
zie ’k water, slegge en vier; het worstelt al deureen,
                    bij ’t nederstorten
   en ’t ratelend gedruisch van ijs en hagelsteen.


Dan, ’t winterleger wijkt, de winden vallen;
   de vogelscharen gaan te choore; en overluid,
                     zoo schimpen ze allen,
   terwijl de zonne lacht, den ouden winter uit!


3

Gezelle, ontkomen aan de wanhoop, weet het leed een regenererende beproeving. Hij kent de goedheid – de gevaarlijke goedheid - der wanhoop, doch het is geen uitdagend, geen tartend weten. Wij zien ook bij hem in die jaren, hoe ‘’t gevaar hij niet en minde, niet / en vreesde...
    Inderdaad, hij vreest het niet meer.
    Vandaar ook die onbeduchtheid voor de nachtzijde van het natuur-leven. Ook deze ziet hij als deel uitmakend van het scheppend proces dat het leven, ondanks dood en vernietiging, in wezen is. Want men mene toch vooral niet, dat Gezelle zo dankbaar en vervoerd aan de aarde deel had omdat zij hem de narcose van faciele paradijsjes schonk. Er is bij Gezelle nooit sprake van zoetelijk-romantisch idealisme of van (poëtisch alleen perfecter) gefemel als: ‘Süsse, heilige Natur, / lass mich geh’n auf deiner Spur, / leite mich an deiner Hand / wie ein Kind am Gängelband’ . Te hardhandig reeds had Gezelle met het leven (eveneens toch behorend tot de natuur !) en deszelfs wrede realiteiten kennis gemaakt, om tot de natuur buiten hem nog met zulk argeloos optimisme te kunnen inkeren. Die weg was hem van meetaf versperd. Met zulk loos sentimentalisme had hij zichzelf trouwens niet gehandhaafd - zeker niet zo grandioos en ongehavend - in de beproevingen welke hem nog wachtten. Gezelle’s ernst was van een andere orde. Hij putte uit dieper waarheden omtrent de natuur levenskracht. Datzelfde - genezen - leven dat hem deed vertrouwen in de natuur, behoedde hem ten overstaan van haar ook voor de blijmoedigheid der faciele paradijsjes. Hij herkende èn doorstond de natuur ook in haar hallucinerende realiteit, die hem aangreep dan volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 15-07-2009