lijst van werken
vorige bladzijde



O N T W R I C H T I N G   D E R   O R D O   A M O R I S 193

vorige bladzijde voor te stellen als een schùchtere, ja, als iemand die, onder de mensen, met zijn figuur nauwelijks raad wist. – Maar goed, tot zijn karakter behoorde een – van gehalte voorname – schroom, en zonder twijfel waren ook vele onzekerheden zijn deel. Wanneer hij echter weer gaat spreken, heeft hij zichzelf volledig opgericht; dan is hij nadrukkelijk en exclusief zichzelf en is hij zich dit zichzelf-zijn ook als zijn goedheid bewust; dan zal hij ook zeer bewust, zelf-bewust, tegen aller misprijzen en hoon, zijn grootheid zijn. Vóordien moet dus in hem het vermoeden zijn gaan groeien, en dit al sterker, dat het zijn plicht was, ook tegen allen in zichzelf te verwerkelijken, zichzelf te bevestigen. Er slaat dan geen minderwaardigheidscomplex om in de bizarre zelfoverschatting van een meerderheidswaan, doch een groot en daarom van nature ook beschroomd en door velerlei onzekerheden gekweld mens, en een mens die zich zijn menselijkheid volkomen bewust bleef; wordt gedwongen zichzelf te zijn, alleen zichzelf; en dit eenzaam en onbeschermd. Want hij stond toen met zijn laatste waarheden en werkelijkheden in waarheden en werkelijkheden die hij toen volkomen goed wist, doch waarvan hij tevens wist, meer dan ooit wist, dat zij niet de waarheden en werkelijkheden waren van zijn tijd en dat hij ze voor zijn tijdgenoten ook niet aannemelijk kon maken.
Zou deze beschroomde dan, vóor hij dit zichzelf-zijn volledig en onvoorwaardelijk als zijn levensplicht aanvaardde, niet ervoor teruggedeinsd zijn om ook in dit opzicht zo volkomen het tegendeel te worden van degene die hij geweest is, – hij, deze beschroomde, deze lieververborgene, deze die zo verzoend zijn niets-zijn had geleefd en wellicht ook niets liever dan deze verborgene gebleven was? Het is de adel der voornamen dat zij beschroomden zijn, en het is de schoonheid van hun zelfbewustzijn dat ook dit beschroomd is. En beschroomden zijn zij, omdat hun woord, zo het werkelijk de gevoeligen treft, altijd allerdiepst de ziel beroert en daar echo’s en gevolgen wekt waar wellicht alleen God mag spreken – omdat alleen God de enige is die, de ziel van de mens binnentredende, zijn schoenriem waarlijk ontbindt...
Ook dit onvoorwaardelijk zichzelf-zijn schijnt geen werkelijkheid te worden zonder dat de hogere mens zich van zichzelf en allen terugtrekt: zonder ‘veertig dagen’ voorbereiding in de stilte der woestijn. Want wat hij is moet hij alleen, op eigen verantwoording zijn: op eigen verant- volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 09-09-2009