lijst van werken
vorige bladzijde



O N T W R I C H T I N G   D E R   O R D O   A M O R I S 167

vorige bladzijde afgerekend, dat vrede en vrijheid was geworden, de religieuze levensorde van voorheen in haar fundamentele bezieling verwoestte. Hij kon deze blijdschap (in God om de aarde) niet leven zonder dat Christus gekruisigd als alpha en omega van zijn religiositeit aan werkelijkheid inboette. Christus gekruisigd mocht dan nog diepste waarheid zijn voor zijn geloof (doch zou zelfs dit het geval blijven?), het verbijsterende was dat zij niet, niet meer, de diepste waarheid was voor zijn liefde. Dat was de verwijdering, de innerlijke ontrouw, die hij niet zonder ontzetting gewaar werd.
    En was het enkel déze zielsdiepe vreugde die zijn persoonlijke verhouding tot Christus gekruisigd verstoorde? Doch tegelijk betrad hij, met de blijdschap om de aarde, de oorspronkelijke wereld van de Vader, baadde hij zich in die oorspronkelijke Goedheid en Liefde van vóor de Val, in die paradijselijke liefde-wereld waarvan hij nog iets – dat echter onbenaambaar schoon was gebleven – in de schoonheid der aarde aanschouwde. Met haar bezat hij, zo moest hij het wel ondergaan, het laatste hem geblevene van die wereld van vóor de zonde en buiten de verlossing, de synderesis, zou men willen zeggen, die ergens ook de schepping nog is. Ook déze waarheid (aangaande de oorspronkelijke liefde van de Vader) bezat hij met heel die verrukte, heldere, onbeteugelde, nog onverbruikte liefde welke uit de oorsprong van zijn wezen, de verdrongen achtergronden van zijn jeugd was losgebroken. In deze pure realiteit der aarde werd de Verlosser niet ontkend (dit was Gezelle’s probleem volstrekt niet), maar ook de liefde tot de Vader in zijn oorspronkelijke goedheid werd voor de natuur-verbondene deze natuur-bezetene, wiens voorland het was natuur-mysticus te worden! – een liefde die Christus en deze gekruisigd met overmachtig geweld van de souvereine plaats in zijn liefde verdreef. Dàt, en eveneens, niet het minst, het diepe, heerlijke weten (waaraan hij eertijds deemoedig was voorbijgegaan, doch dat thans eveneens, bliksemwit en vervoerend, uit de achtergronden van zijn wezen naar voren stuwde en hem overmeesterde) van de realiteit van Gods absolute transcendentie, van de Deus absconditus en Deze niet slechts als hoogste waarheid gekend doch als zijn puurste Godsontroering bezeten, – ook die ontroering drong zich verwoestend tussen zijn liefde en Christus gekruisigd: over de Deus Absconditus zal hij in de toekomst zijn schoonste strofen schrijven, doch over Christus, in vergelijking met vroeger, nog maar sporadisch, en dan met geheel andere accenten. – En volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 06-09-2009