lijst van werken
vorige bladzijde



162 G U I D O   G E Z E L L E,   D E   A N D E R E

vorige bladzijde ten spijt; en in geen vrede en vrijheid verwerkelijkt het menselijk leven zich gehéel. En wat het bereikt aan (altijd voorlopige, partiële) zelfverwerkelijking, begeert of aanvaardt het niet blijvend ten koste van een deel, en het deel aanvaardt niet blijvend een vrede ten koste van zichzelf. Meer dan vrede begeert het levende leven zichzelf te verwerkelijken, volledig en naar alle zijden.
    Juist omdat de ziel vrede en vrijheid d.i. gezondheid werd, beginnen nieuwe waarheden of achtergrond gebleven waarheden en werkelijkheden op te dringen, hun bestaansrecht op te eisen, het verworvene te bedreigen of minstens te verontrusten. Neen, het is waarlijk niet zo, dat alleen “das Dasein in seiner Unheimlichkeit, das ursprüngliche geworfene In-derWelt-sein als Un-zuhause, das nackte ‘Dass’ im Nichts der Welt”, dat alleen deze ‘angst’ ‘der Rufer des Gewissensrufes’ is; het is evenmin allereerst het Jasperse ‘échec’, het ‘Scheitern’ aan de ‘Grenzsituationen’ dat de ‘Existenzerhellung’ en het authentiek existeren voorbereidt. Het is zeer bepaald ook de innerlijke vrede en vrijheid die verstorende contra-krachten en contra-waarheden oproept; het is zeer bepaald het scheppende leven-zelf dat, in zelfbewerkte evenwichtsstoring, de ‘uitdaging’ creëert. De mens kan deze uitdaging, deze opdringende nieuwe waarheden en werkelijkheden negeren (om dan zijn vrede te verstarren tot een pseudo-vrede en zijn vrijheid tot een pseudo-vrijheid), doch hij kan ook op die – gevaarlijke ‘uitdaging’ ingaan. Existeren echter betekent steeds: de ‘uitdaging’ aanvaarden, de nieuwe waarheden hun kans geven, het verworvene steeds weer op het spel zetten. De existerende mens, de scheppende mens daarom, begeert niet voor alles vrede; hij wil, móet voor alles zichzelf verwerkelijken, hetgeen meebrengt, minstens, zich meten met de contra-krachten en contra-waarheden welke de vrede – de ‘voltooidheid’ door zijn bestaan op ’n bepaald moment bereikt – in hem opriep en activeerde. Zichzelf verwerkelijken is zichzelf durend herzien, is óok: een door zijn innerlijke vrede, vrijheid en actuele ‘voltooidheid’ losgestoten wil tot zelfrevisie.
    Voor Gezelle echter – herinneren we ons wèlke waarheden bedreigd werden – had de uitdaging allerminst de gedaante van een ‘uitdaging’, en zij ontketende in hem iets anders, iets levensgevaarlijkers dan een dialectisch twistgeding op leven en dood. Er werd een ordo amoris ontwricht. volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 06-09-2009