lijst van werken
vorige bladzijde



O N T W R I C H T I N G   D E R   O R D O   A M O R I S 159

vorige bladzijde ook wel uren (buien!) van allersomberste neerslachtigheid heeft gekend, hetgeen bij zoveel opgewekte argeloosheid dan natuurlijk onvermijdelijk was; voor het overige kon de hele Gezelle, en kon ook diens zwijgen, eigenlijk volledig worden ondergebracht in de bescheiden begrijpbaarheden van een bloemlezing voor middelbare scholen. – Evenwel: de poëzie der roeselaarse leraarsjaren bleek allerminst argeloos, zij was in haar tegelijk tragische en onbevreesde worsteling diep menselijk; en ook het innerlijk leven, dat de materie leverde voor zijn latere poëzie, voltrok zich, voorzover reeds bleek (en nog meer zal blijken), op een menselijk plan dat met faciele bereikbaarheden (en dito begrijpelijkheden) niets gemeen had. Reeds daarom is het onaannemelijk, dat dat wat er tussen lag, het zwijgen, als wat moeheid, teleurstelling, ontgoocheling-aan-de-oppervlakte kan worden beschouwd en afgedaan, of dat iets in de grond zo onthutsends, uitzonderlijks, ongerijmds en ingrijpends als een dichterlijk zwijgen dat van het dertigste tot het vijftigste levensjaar (de waardevolste jaren van een leven!) voortduurt, voldoende verklaring vindt in wat omstandigheden buiten hem. Dit kon slechts het oordeel worden van dezulken die elk persoonlijk religieus avontuur bij de jonge Gezelle ontkenden, die in de beide perioden voor en na het zwijgen slechts het orthodox en harmonisch karakter van zijn poëzie bespeurden en die – voorts – de vitale, essentiële betekenis van de poëzie-zelf voor Gezelle’s leven miskenden, niet zagen, of deze betekenis, door hem herhaaldelijk onstuimig geformuleerd, slechts zagen als zijn ‘naïeve ernst’, – of klaarblijkelijk slechts als ‘bittere ernst’ au sérieux te nemen voor de luttele ogenblikken dat hij over die essentiële betekenis schreef. Voor hen ook kon de tweede Gezelle, toen hij met die omstandigheden buiten hem op de een of andere manier had afgerekend, slechts een gelouterder, bezonnener, eenzelviger, verstilder editie zijn van de eerste. Ongetwijfeld, hij was gelouterder, verstilder, wijzer, eenzelviger, – doch het opmerkelijkste was, dat zijn innerlijke harmonie, de rust waarmede hij het torment van zijn leven meester bleef, haar oorsprong vond in een essentieel àndere levensorde. Gans zijn poëtisch oeuvre van voor en na zijn zwijgen bevestigt dit. Dit nu kan men niet vaststellen zonder op hetzelfde moment te weten, dat voor iemand als Gezelle, die in zijn diep-vitale religieuze waarachtigheid zo volstrekt, met al de spanningen van zijn onvoorwaardelijke persoonlijkheid bij zijn religieuze waarheden volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 05-09-2009