lijst van werken
vorige bladzijde



94 G U I D O   G E Z E L L E,   D E   A N D E R E

het achterdochtig misprijzen waarmede zulk een bijzondere, ja excessieve genegenheid wordt bejegend (overigens door dezelfden die haar bij een heilige – zonder ergernis – als iets vanzelfsprekends accepteren!), doch ik weet tevens hoe puur zij kan blijven in al haar (gevaarlijke) hevigheid čn, in deze (gevaarlijke) hevigheid, hoe onthecht tevens: al bijna onaards: want ook van het vroege, onverwachte sterven van de jonge vriend was ik getuige en ik weet hoe onvoorbereid (en onder welke onbarmhartige omstandigheden tevens) deze priester, die thans eveneens dood is, de doodstijding ontving. De onmenselijke rust waarmede het bericht van de dood werd ontvangen, grijpt mij nog telkens aan als ik er aan terugdenk. Ik bewaar aan de uitingen van deze vriendschap, waarop de velen met verholen of openlijke hoon neerzien, haar minstens ‘onmannelijk’ wanend, een herinnering aan taferelen, even zuiver en bekoorlijk en ontroerend als de verbeeldingen van die tedere Angelico. En Gezelle’s gedichten voor zijn vrienden hebben mij nooit anders ontroerd.
    In een zijner vele brieven schreef Gezelle: ‘There is a pagan romantic love, but there is also a stronger one, a blessed half sacramental Christian friendship pourtrayed in David and Jonathan, in Gregory and Basil, super amorem mulieris’ en daarvan ontsluierde hij de geheime en hevige aandrift met de woorden: ‘ha! wat is verzen maken, wat is alles, vergeleken bij eene ziele, het edelste dat ooit uit Scheppers handen gekomen zij, noch edelder, noch zuiverder te kunnen maken! O! Die hemelsche goddelijke soort van Poesis, Die Liefde, Die soort van in en dóor een dringen der ziele eens Vaders in Christo met die zijnes kindes...’ [10]

**

Prof. Verdeyen is van oordeel, dat de oorzaak van Gezelle’s zwijgen, sterker, ‘het begin van Gezelles drama, de kern van dat drama zelf’ [11] moet gezocht worden in de ontgoocheling hem door zijn dierbaarste leerling, Eugčne van Oye, berokkend. Wat was het geval? Gezelle hoopte dat Van Oye priester zou worden, meer nog: hij was er onwankelbaar van overtuigd dat dit zijn roeping was, doch na enkele jaren verlaat Van Oye het klein-seminarie. – Het valt niet te ontkennen, dat dit voor Gezelle een grote schok is geweest. Zijn schoonste verwachtingen als priester en opvoeder golden deze begaafde, dichterlijke, vrome en idealistische knaap; zijn heiligste en heerlijkste dromen golden diens toe- volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 28-08-2009