lijst van werken
vorige bladzijde



A F G E W E Z E N   O O R D E E L 85

    en Abels bloed, vierduizend jaar,
              had wrake:
deze eerde dronk weęr bloed en riep
              om wrake,
    maar Jesu bloed wierd, is en blijft
              genade!


Ook deze strofe dateert uit 1860. – En eveneens reeds in 1860 wist hij van dat hoge misprijzen, dat steeds het zijne zou blijven en dat elke ontrouw aan zichzelf – zijn schoonste overtuigingen – moest afwijzen:

Hoe schoon de weerde schat ook zij
    ’k en zal hem nooit beminnen.


En in 1861 (in een brief aan Eugčne van Oye):

Liever had ik Thor te dienen
Dan onedele uw slaef te zijn –


en hij eindigt zijn brief: “Ah, peist op uw eigen woord ‘heilige onafhankelijkheid’, ziet in ’t toekomende, vraagt en bidt en – Do or Die!” En vier jaar later, in 1864 (waarna hij nňg vijftien jaar zal zwijgen), treft dit staal van blijkbaar ontembare levenskracht:

’t Heeft uitgeleefd het blinde twisten,
Dat schim bevechten van weleer,
Waerin wij, vriend noch vijand, wisten
Waerheen ons dreef de vaische ‘Leer’;
Geen schijn van vrijheid noch vermomde
Alleenheerschap van dwingeren meer!
Dat jok dat onzen rugge kromde
Deed, bloembevlochten, nňg te zeer:
Geen jok dan ’t geen wij vrij aanveerdden
Van Hem die zei: ‘Mijn last is zoet’,
Dat zullen wij, God helpe ons! herden,
Al ’t ander trapt de Vlaemsche voet! volgende bladzijde




















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 26-08-2009