lijst van werken
vorige bladzijde



A F G E W E Z E N   O O R D E E L 79

Gezelle hàd ook wel enige reden (en ook wel enig recht) zich ontmoedigd en lusteloos en terneergeslagen te gevoelen; ook om ‘een levend wrak’ te zijn. Ziehier hoe Verriest het wereldje tekent dat Gezelle achterliet toen hij van Roeselare naar Brugge toog: ‘Hij werd afgedankt. Hij was, en wij moeten dat hier zeggen zoo het is, kwalijk verstaan, miskend, mistrouwd, verwezen, versteken’. ‘Hij wierd een gevaarlijk man, een ‘onmogelijke mensch’, wiens gedachten, wiens leering, wiens krachten, moesten gedempt en gebroken worden, omtuind en omwald, en zoo, buiten de studentenwereld, buiten de jongere wereld gehouden, buiten de wordende wereld gebannen. Van hem moest men alles mistrouwen, alles kwalijk nemen, alles kwalijk uitleggen: zijn werk en zin verkeeren; maar toch gevoelen dat hij eene wereld in hem droeg.’ [1] En verder: ‘Eene geheele verfranschte wereld, van boven tot beneden; een ontworden wereld vergramde en grinnikte erbij, in kwaadheid en bitterheid en haat; in goedheid ook somtijds en braafheid, zoodat op menige plaats de deugd zelf beweerde dat hij buiten hare wereld stond en de vijand was. In dien tijd was de dichter niemand en niets. Kleenachting en misprijzen was algemeen gevoelen en klonk uit aller hooger woord. Wat die Brugsche boekhandelaar, verleden jaar, in 1902, schrijft aan uitgever Julius De Meester te Rousselare getuigt dat de oude waardeering en geest nog altijd leeft, verdoken leeft: Je vous retourne – alzoo spreekt de postkaart – je vous retourne les 3 exemplaires de G. Gezelle. Je ne puis rien faire avec (sic) l’ouvrage, qui n’est d’aucune valeur d’àprès plusieurs hommes compétents; il ne sera pas pris comme livre de distribution de prix. Uit dien tijd kwam die weigering om te laten inschrijvingen nemen op Gedichten, Gezangen en Gebeden. Uit dien tijd kwam dat verbod van naar Gezelle’s voordracht te gaan luisteren, en die vermaarde antwoorde aan Studenten: Aller écouter Gezelle! Vous n’y songez pas n’est-ce pas. Je n’irais pas moi-même si je n’étais à la direction du Davidsfonds. – Uit dien tijd kwam: Hij schrijft stratevlaamsch. Met dien tijd, kwamen, uit die mindere geesten en onedele herten, die schimpwoorden: Loquela [b] hiet cette loque là! en daar Guido Gezelle teekende G.G., wierden die twee letters vertaald: De Groote Gaai. Fijn verstand, zoo ge ziet. Dat was Zijne buitenwereld.’ [2]
    Men kan over deze feiten en hun rangschikking oordelen zo men wil (Verriest acteerde gaarne de bewogen redenaar, en hij had niet altijd de volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 24-08-2009