lijst van werken
vorige bladzijde



42 G U I D O   G E Z E L L E,   D E   A N D E R E

eerst en onherroepelijk vernomen werd - zó volkomen is in dit moment alles verenigd waaruit hij als jong priester leven, vreugde en bezieling put: de verheven luister van het priesterschap, de schoonheid der aarde, Gods goedheid, de mens, diens ziel. Na dit gedicht beseft men eigenlijk eerst geheel, hoe zuiver de geheime aandriften van dit priesterhart waren en hoe Gezelle zijn Kerk, behalve onstuimig, ook zeer edel en op een geheel unieke wijze heeft liefgehad. Doch het beeld van de jonge priester zou onvolledig blijven, als ik de misschien roerendste verzuchting, welke uit dit schone priesterhart opwelde, onvermeld liet. Hij heeft in een stil en gelukkig uur Gods schepping aanschouwd in het klare en blijde verloog van den waterspegel, en nadat hij aldus tot in het diepste van de waterspiegel van de eigen klare ziel de schoonheid der aarde heeft ingedronken, zucht hij eensklaps:

o Moge de ziele der Priesters, mijn ziel,
    de ziele geprent met Uw zegel,
U zelven bevallen zoo als mij beviel
    ’t vertoog in den wonderen spegel!

1858

Dit toch - dit beangst verlangen zèlf genade te vinden - is de onrust en smart van iedere waarachtige apostel, en werd ook de smart die Gezelle zo lang zou gevangen houden. Gezelle leefde te bewust om zich omtrent zichzelf te misleiden. Zelfs geen oogst van zielen zou hem omtrent zijn eigen innerlijk hebben gerustgesteld. De priesterlijke goedheid is een andere dan de werfkracht van zijn woord. Reeds de 22-jarige noteerde in zijn dagboek: ‘Een priester die zelf niet en deugt is geen piscator hominum, ’t en is maer een nette en als ’t scheurt van ouderdom, of waere ’t ook door de macht van de visschen die ’t vangt en gevangen heeft, God zal het wegwerpen en verbranden...’ [4]

2

In het voorgaande werd de oorspronkelijkste aandrift, het geweten van Gezelle’s priesterlijk handelen gepreciseerd als een aandrift van dankbaarheid (voor Nietzsche het wezen der religie, - die immers de mens moet verlòssen). Ditzelfde geweten, deze zelfde dankbaarheid moest volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 22-08-2009