lijst van werken
vorige bladzijde



14 G U I D O   G E Z E L L E,   D E   A N D E R E

Kunstelooze kostbaarheden,
  uit des herten grond gegroeid,
          onbesneden,
          onbesnoeid,
wat ook alle pedagogen
  staande houden, hooge en fel,
          onbelogen,
          onbedrogen,
wilde waarheid wilde ik wel.

Als men de tussenzin, ‘wat ook alle pedagogen staande houden, hooge en fel’, ’n ogenblik wegdenkt, houdt men de inhoud strak, ondubbelzinnig en helder over, d.w.z. een onvervaarde climax van ‘kunstelooze kostbaarheden’ naar ‘wilde waarheid’. Met dit laatste formuleert hij nadrukkelijkst, direct en volkomen openhartig wat nog altijd zijn liefde heeft doch in de omschrijving ‘kunstelooze kostbaarheden’ verzwegen en verhuld bleef: kinderen, die onbelogen, onbedrogen zichzelf hun eigen waarachtigheid en zuiverheid bleven. – Gezelle behoorde kennelijk tot die categorie opvoeders voor welke Ligthart zonder aarzelen partij koos en die de ‘vrijheid’ van het kind voorop stellen als richtsnoer bij de tucht. ‘De opvoeding’, zo concludeerde Ligthart terecht, ‘is geen scheppende, maar een leidende macht’. [1] En na deze voortreffelijke terechtwijzing vervolgt hij: ‘om te weten, waarin en waarheen het kind geleid moet worden, dient men het te kennen. Hoe is dit echter mogelijk, wanneer men het kind geen gelegenheid opent zich te uiten?’, wanneer, gelijk in het Roeselare van die tijd, ‘dril en overlevering van dode weetjes’, ‘burgerlijk fatsoen’, ‘de streng afgepaste voorschriften der papieren leer-programma’s’ (Baur) of, om nogmaals een woord van Ligthart te citeren, ‘dorre lessen, strenge tucht, koude omgang, harteloze verhouding’ tussen leraar en leerling inhoud en vorm van alle paedagogische wijsheid zijn. Gezelle stond daarbuiten. Niet vooropgezet, agressief of polemisch, doch krachtens zijn wezen, dat anders was, anders wilde en... slechts zichzelf kon zijn. Gezelle’s wezen verdroeg geen instemmen met zulk fnuikend, kwetsend gareel. Voor hem behoorden opvoeders ‘vaders en vrienden’ te zijn. St Anselmus, zo schreef hij jaren later eens (of nòg), ‘was een groot man in ’t opvoeden van jonkheden, en hij plag te zeggen: volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 18-08-2009