lijst van werken
vorige bladzijde



12 G U I D O   G E Z E L L E,   D E   A N D E R E

eigen en afwijkende methoden, voor het roeselaarse onderwijsinstituut onbruikbaar was bevonden en weer vertrekken kon, behoefde dan ook geenszins aan de goedheid van zijn paedagogische opvattingen te gaan twijfelen, – hetgeen hij dan ook allerminst gedaan heeft. Na zijn botsing en na zijn fiasco kon Gezelle rustig Gezelle blijven, – innerlijk ongeschokt wat betreft de goedheid van zijn opvattingen, zij ’t dan wel, een ogenblik of langere tijd, geschokt als mens: door het miserabel menselijk conflict dat uit het paedagogische resulteerde, en dat, grauw en grimmig zich ontwikkelend, zijn overgevoelige en edelmoedige natuur tijdelijk uiteraard diep moest wonden.
    Men kan opmerken, dat het toch alvast geen bewijs was van grote paedagogische kwaliteiten, dat Gezelle zo onpaedagogisch van een bestaande orde afweek; dat hij zo duidelijk andere normen was toegedaan dan zijn omgeving. Maar ten eerste, er was niet: hiér een Gezelle die dichter, mens en priester was en ginds, aan gene zijde van een soort psychisch niemandsland in hem en van die Gezelle gescheiden, een Gezelle die op paedagogisch gebied toevallig bepaalde, enigszins afwijkende meningen huldigde, meningen waarvan hij de betrekkelijke goedheid gemakkelijk had kunnen vervangen door de betrekkelijke goedheid van andere opvattingen: Gezelle was in alles de ene onverdeelde en ondeelbare Gezelle, en aan dit feit konden geen ‘verstandige’ en konden ook geen ‘paedagogische’ overwegingen een einde maken. En ten tweede, dit volgt uit het voorgaande: als er ergens een fout is gemaakt, dan door hen die deze (ondeelbare) Gezelle binnenhaalden – om hem een kans te geven binnen een systeem dat door een natuur als de zijne niet gehanteerd kòn worden. Niet daarmee, dat Gezelle een bestaande orde verbrak, maar hiermee, dat men hem in die orde opnam, begon het ‘onpaedagogische’: de leiding koos de verkeerde leraar, – ‘verkeerd’, gezien het officieel aangehangen systeem, en ‘verkeerd’, gezien de oogmerken van dat systeem, voor welke oogmerken Gezelle geheel onbruikbaar was. Daarmee begon het ‘onpaedagogische’. De schuld? Van schuld kan wel nauwelijks gesproken worden. Vanzelfsprekend kon men te voren niet overzien wie en wat men met de 24-jarige Gezelle binnenhaalde, en logisch, volkomen logisch was de verwachting, dat een over het algemeen deugdelijk gebleken manier van opvoeden – deugdelijk met betrekking tot de als deugdelijk geaccepteerde oogmerken – geen grondig afwijkend volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 18-08-2009