de verzoening van hen die samenhooren en — instee van twee linies — één linie zouden moeten vormen: één f r o n t : tegen de krachten van anarchie en wan­orde die ons volksbestaan met ondergang bedreigen, doch die thans door zooveel systematisch gecultiveerd misverstand tegen elkaar worden opgezet: opgehítst.

*   *
*


Er zijn er, die laatdunkend en hooghartig meenen (en zulks grauw en ver­bitterd mompelden reeds), dat op dít moment de revolutionaire poëzie élders wordt geschreven, door ánderen, met andere accenten en . . . anders gerichte vijandschappen; en zij bedoelen dan: uit een bewustzijn dat vele malen clair­voyanter en uit een aandrift die vele malen eerlijker is dan die van de dichters der huidige revolutie. — Ook dit mokkend en klein cynisme zij dit boek — ten antwoord — voorgehouden.

*    *
*


Aan het begin van deze inleiding signaleerde ik een zekere onbekendheid met het niveau der huidige revolutionaire poëzie. Ik bespeurde deze onbekendheid niet slechts bij hen die afwijzend tegenover de Nieuwe Orde staan, doch ook — zonderling? — in eigen gelederen, zelfs: bij de dichters zelf. Toch is deze onkunde niet zóó zonderling, doch integendeel heel begrijpelijk. Want zelf midden in den strijd staande, ontbreken begrijpelijkerwijze vaak lust en gelegenheid tot een meer poëtische wapenschouw. Toch moet men het betreuren, dat de revolu­tionaire dichters zelf zich te zelden van het niveau van hun beste revolutionaire scheppingen rekenschap geven. Niet alleen gaan zij daarmede voorbij aan datgene wat, nogmaals, een bron zou kunnen zijn van zelfbewusten trots tenoverstaan van zooveel dom (en desondanks te velen intimideerend) gehuil, doch daardoor worden deze scheppingen ook te weinig een richtende, stuwende (en de te ijverigen intoomende) confrontatie voor hen die er vaak erg vrijmoedig op losdichten in hun geestdrift voor de Nieuwe Orde. — Moge deze wapenschouw ook in dien zin een (vruchtbare) confrontatie worden.

*   *
*


Ik heb in deze inleiding iets uitvoeriger stilgestaan bij de onvermijdelijke tragiek die met het revolutionair élan gepaard gaat. Toch zal men bemerken, dat het accent van deze strijdbare gedichten overwegend niét-tragisch is. Klagelijk zélf­beklag is er vreemd aan. Het smartelijke is opgenomen in een sfeer van liefde, trots, zelfbewustzijn, rust, vertrouwen en blijmoedigheid. Zelfs elk spoor van

12























aangemaakt: 19-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 17-12-2009