Dat, in de Nederlanden, de strijder voor de Nieuwe Orde ook dícht — góed dicht, en niet zelden beróerd dicht — mag als algemeen bekend verondersteld worden en behoeft met geen bloemlezing toegelicht. Dit duo signaleert men op élken Parnassus. Minder bekend, zelfs over de heele linie van ons volk (over zijn béide linies, moet ik helaas nog zeggen) vrij wel ónbekend is, dat hij ook voortréffelijke gedichten voortbracht, dat hij, óók op het terrein der p o ë z i e, dus daadwerkelijk s c h e p p e n d (en niet enkel geestdriftig en rijmend) is. En dit met een resultaat, dat geenszins onderdoet voor een poëtisch bereiken dat aan een ander, tegengesteld wereldbeeld zijn ontstaan dankt en dan zonder veel moeite zijn erkenning (en bekendheid) verwerft. . . Dat men het — steeds strijdbaar politiek gedicht, als poëtische realisatie, echter met denzelfden maatstaf kan beoordeelen als de verzen eener verfijnd-sensibele zélf-bespiegeling of als die gedichten waarin het laatste des levens, zijn eeuwig en alom aanwezig g e h e i m benaderd wordt, dáárop behoef ik hier wel niet te wijzen. Zulks is duidelijk: logisch. Maar dat het revolutionair poëem, schoon op andere wijze, even gaaf, van visie even dichterlijk en van vorm-géving even bekwaam, gevoelig en geinspireerd kan zijn, dát moge deze bloemlezing illustreeren. — Evenwel: niét om eenige erkenning af te bidden stelde ik deze bloemlezing samen; wel om, o.m., deze gelijkwaardigheid, rustig-zelfbewust, voor het forum vast te stellen: vooróp te stellen als een voortaan onloochenbaar feit.
Ik streefde dus zeer bewust geen ,,volledigheid’’ na; niet de omvangrijkheid van het contingent dichters wilde ik illustreeren, wel echter een bereikt n i v e a u. Als mij dan echter, ook ten overstaan van dit beperkt doel, nóg een zekere onvolledigheid zou worden verweten — een mogelijkheid die ik geenszins uitsluit (in de vele verdwenen politieke periodiekjes verdween, met zooveel anders, wel licht ook wel eens een voortreffelijk revolutionair gedicht!), — dan kan ik mij met dit verwijt slechts gelukkig prijzen, daar het de bevestiging inhoudt, dat ik in nog grooter mate gelijk heb gehad (hetgeen ik dan wellicht bij een volgenden druk kan — en mag — demonstreeren...)