|
DE ANARCHIST
1
Dimitri’s geboorte berustte op een vergissing, een kleine onbedachtzaamheid. God de Vader besteedde een zeer bijzondere zorg aan hem: Hij had Dimitri bestemd voor een trotscher, machtiger eeuw dan de laffe en chaotische waarin hij ter wereld kwam; maar de kleine Cecilia speelde één oogenblik zoo ontroerend schoon, dat God de Vader met een peinzenden glimlach luisteren bleef en Dimitri uit zijn hand liet glippen.
Hij zou te pletter zijn gestort, als Michaël niet pijlsnel omlaag was geschoten, Dimitri opving en hem behouden en wel, schoon nog niet heelemaal af, voorzichtig op de aarde had gezet.
Maar Dimitri’s jeugd werd nu één woedende eruptie.
2
Dimitri beschikte over een lichaamskracht, die zijn schoolkameraden tegelijk aantrok en angst aanjoeg, want zijn onverhoedsche reacties waren onberekenbaar, woest, en gevaarlijk: als een fret zat hij ineens in je nek.
Hij dorst wat niemand dorst. Hij was brutaal als een beest. Hij kon sarren (zijn ouders, den meester, de vertegenwoordigers van het dorpsgezag) op een manier, waarvan zelfs de onvervaardsten onrustig werden. Doch de onverschilligheid waarmede hij de straf voor zijn wangedrag aanvaardde, maakte zijn bestraffers machteloos. Hij gehoorzaamde aan andere wetten.
Eens spraken zijn vriendjes over láter, als ze groot zouden zijn, en Dimitri zei plotseling, dat hij dan koning zou worden, koning over het heele land. Toen hij hun verwonderde en schampere oogen bemerkte, sprong hij met een onbeheerschte vijandschap op hen toe. „Ja, zooals ik jou terugdrijf, en jou, en jou, zoo drijf ik allen terug!” schreeuwde hij, en tegelijk stonden de over-
35
|
|