|
hoedsch en beslissend ook, is slechts een voorwaarde ge-schapen, waardoor die grondige omwenteling welke men revolutie noemt, zich geleidelijk, juist geleidelijk en ongestoord kan voltrekken. En in Duitschland én in Italië, waar de revoluties nog steeds gaande zijn, is alles zeer geleidelijk gebeurd en gebeurt de verwerkelijking der eigenlijke revolutionnaire doeleinden nog steeds ,,geleidelijk” (zelfs volgens het béste geleidelijkheidsrecept). Iedereen weet zulks, — maar Mr. Linthorst Homan weet het niét, na tien, twintig jaren Europeesche revolutie weet hij dit nóg niet, weet hij ook dit nog niet ....
Deze werkelijk allerserieust-geopperde bezwaartjes, deze over-, deze internationaal-bekende ouwe koek, die hier als iets geheel ,,eigens”, als een nieuwe lente, als een nieuwe, laatste beslissende degenstoot, als een toppunt van klemmenden en verpletterenden ernst wordt geserveerd,
— deze werkelijk allerserieust-geopperde bezwaartjes beschouwend, ontkomt men niet aan den indruk, dat Mr. Linthorst Homan eigenlijk van toeten noch blazen weet, zóó uit de oude doos, zoo buitenaardsch en buiten westen zijn ze, zóó heelemaal gaan ze af naast de realiteiten, de werkelijke gevechten van dit moment 1).
Welnu, hetzelfde, precies hetzelfde kan men zeggen van de millioenen, die déze ,,hartekreet” hebben opgevangen en overgenomen, als zijnde de eindelijke verwoording ook van hun ,,hartekreet”. Ook die millioenen weten van toeten noch blazen, weten van niets. Zij zijn in hun stormloop naar die beschamend-leege hartekreet eenvoudig nog precies diezelfde geestelijk en nationaal door hun vroegere bonzen verpauperde menigte welke zij bleek te
1) Aan den indruk, dat Mr. L. H. eigenlijk nog van niets weet, ontkomt men nog minder als men den ,,Open Brief” leest, welken Groeninx van Zoelen 13 Sept. jl. (D e T e l e g r a a f, Avondblad) tot de Ned. Unie richtte. Daarin werden Mr. L. H. enkele elementaire waarheden ter leering voorgehouden, waarmede vele Nederlandsche arbeidersjongens reeds jaar en dag vertrouwd zijn, ja, die deze zelfde arbeidersjongens nog wel van eenige correcties (noodzakelijke aanvullingen) zouden kunnen voorzien...
18
|
|