lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde der in militair, en overal waar mensen ten koste van anderen macht uitoefenen”, behoeft men evenmin een gelófte (i.c. van gehoorzaamheid) af te leggen; dat alles kan men precies zo goed zijn of doen zónder gelofte. Anderzijds was de gehoorzaamheid als gehoorzaamheid aan de roepstem der onderdrukten, reeds impliciet aanwezig (en wordt dus geen nieuwe inspiratie) in het besluit zijn leven af te leggen voor de ander en kan deze gehoorzaamheid ook gerealiseerd worden zónder actieve betrokkenheid bij, of ver van, het politieke spel (de politieke arena) en de zogenaamde knelpunten van de maatschappij. Maatschappij-kritiek kan zich nog anders en niet minder onvervaard openbaren dan in deelname aan het politieke spel. Jezus beoefende geen rechtstreekse maatschappijkritiek; Hij was – fundamenteler en gevaarlijker – kritiek op de mens en bepaald niet slechts waar Hij vonniste.
    Uit de eenheid der drie geloften en hun doel volgt ook dat het inderdaad onjuist is dat in de gelofte van zuiverheid ,,de exclusieve nadruk op het ongehuwd zijn” wordt gelegd; maar eveneens volgt eruit dat deze gelofte geen ,,poging is om te komen tot een zuivere waardering en gestaltegeving van de menselijke sexualiteit”; dat is hoogstens een mogelijk nevenproduct en om dat resultaat te bereiken is een gelófte (i.c. van zuiverheid) geheel onnodig, en zinloos daarom; evenals deze onnodig is voor het ,,zich kritisch distanciëren van die vormen in de huidige maatschappij die deze zuivere waardering en gestalte in de weg staan”. Dat alles is meer een kwestie van intellectuele hygiëne of zindelijk denken. Evenmin bedoelt deze gelofte een ,,radikale relativering (te bewerkstelligen) ten aanzien van het monogame huwelijk” doordat zij duidelijk zou maken ,,dat we gericht zijn op een doel dat meer omvat dan alleen het huwelijk”, want dat meer omvattende moet immers ook voor de gehuwde het huwelijk relativeren, en diéns relativerende huwelijksopvatting kan eveneens (en misschien nog meer) zulk een relativerende uitwerking hebben op andere gehuwden. Het is natuurlijk mooi als het celibaat van de kloosterling dit alles uitwerkt, maar de gelofte van zuiverheid die de kloosterling aflegt heeft met al deze huwelijksbesognes en sexuele affaires in wezen niets uitstaande. Zij is m.b.t. tot een bepaald deelgebied een formele en sacrale bevestiging van de bereidheid het eigen leven af te leggen voor de ander. – En dat is eveneens de primaire, essentiële zin, de eigen en eigenlijke inspiratie van de gelofte van armoede. En men behoeft deze slechts ernstig te nemen om overal waar deze armoede, deze (zeer grote) ,,soberheid”, slechts schijn is of met ,,Entkernung” bedreigd wordt, tot een ,,kritische opstelling” te komen. volgende bladzijde


43














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 19-02-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 21-02-2010