lijst van werken
vorige bladzijde





5

    volgende bladzijde Een merkwaardig voorbeeld van splitsing tot afzonderlijke grootheden, elk met een eigen doel of zingeving, gaf TEGENSPRAAK (jrg. 1969, nr. 2) met een citaat – uit een nota van het provinciaal kapittel 1969 der dominikanen – over de geloften van zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid. Geen van de geloften heeft in genoemde nota iets uitstaande met de beide andere. Nu kan men, zo men dat wil, de drie geloften wel onderscheiden, maar niet scheiden. Zij vormen een ondeelbare eenheid, alle drie met slechts éen en hetzelfde doel, een en dezelfde saambindende zin: bevestiging te zijn van de bereidheid zijn leven af te leggen voor de naaste – in dienst van Gods heilswoord voor de mens 1). Omwille van de mens en Jezus’ heilsboodschap geeft men de eigen levensrechten prijs: het recht op persoonlijk bezit, op de liefde van een vrouw, op de autonomie van de persoonlijke wil om slechts gehoorzaamheid te zijn aan Jezus’ woord als heilswoord voor de mens. Staande tussen Jezus en de mens wil degene die deze geloften aflegt niet meer dat de zorg om het eigen bestaan zich vertroebelend en verdelend opstelt tussen Jezus en de ander, tot wie hij werd uitgezonden. Dat is dus een extreme beslissing. Daarom ook is het celibaat niet ,,een keuze uit vele”, zoals de nota zegt; voor degene die deze geloften aflegt, móet zij de énige zijn, juist ómdat zij de meest extreme is. Zij moet de enige zijn op de wijze waarop voor de wijsgeer de wijsbegeerte en de kunst voor de kunstenaar de enig mogelijke levenskeuze is: de enig mogelijke consequentie van zijn persoonlijk bestaan. De primaire en blijvende inspiratie en krachtbron van het celibatair priesterbestaan is gegeven met dit innerlijk zich geheel vrij maken en het waaròm of doel van deze vrijmaking.
    Nu kan het wel zijn dat de gelofte van gehoorzaamheid ,,een nieuwe inspiratie ontvangt vanuit de gedachte dat zij een critische distantie wil zijn ten aanzien van ,macht’” (macht als onderdrukking; gehoorzaamheid is dan gehoorzaamheid aan de roepstem van de onderdrukten), maar om deze ,,critische distantie” te zijn, behoeft men toch werkelijk geen ,,gelofte” af te leggen; terwijl anderzijds, als dat effect zou uitblijven, het celibaat en de gelofte van gehoorzaamheid niet minder zinvol zou moeten (of moet) blijven. En om ,,aanwezig te zijn op de knelpunten van de maatschappij in het politieke spel van ondernemer, regeer- volgende bladzijde


1) Op het wereldcongres van katholieke theologen in Brussel (sept. ’70) moet Küng gezegd hebben m.b.t. Jezus: ,,merkwaardig genoeg ongehuwd” (De Tijd, 15-9). – Zo’n Küng toch!


42














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 09-06-2002 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 16-02-2010