lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde en het bovennatuurlijk karakter ervan”, om vervolgens – wel wat kras! – te stellen: ,,De natuurlijk-redenerende mens blijft ongevoelig en onvatbaar voor elke beschouwing vanuit het geloof in het bovennatuurlijke mysterie, wat alleen de doorslag geven kan” (Waarheid en Leven, mei ’69). Het geloof is weliswaar bovenredelijk, maar daarom nog niet van alle rede of redelijkheid verstoken; en omgekeerd, de rede geeft wel natuurlijke kennis, maar is eveneens toch ,,voorhof van het geloof”. Men onderschat te zeer de rede en haar functie als men elke brug (en daarmee elke dialoog) tussen rede en geloof, tussen ,,de natuurlijkredenerende mens” en ,,beschouwingen vanuit het geloof” ontkent, afwijst en onmogelijk acht. Het is trouwens een stelling van goed thomistische huize dat men niet uitsluitend een bovennatuurlijke verklaring moet zoeken (of geven) waar en zolang een natuurlijke toereikend is.
    Wat hiervan zij, dit essay is uitsluitend een poging het celibaat vanuit de mens verstaanbaarder te maken (vandaar het kopje boven dit hoofdstuk) i.c. vanuit de medemenselijke mens!

    Ik ben nu evenwel genoodzaakt een kleine omweg te maken. Ik zou namelijk enkele opmerkingen – a-metafysische – willen maken over Jezus van Nazaret; en misschien is het niet dadelijk duidelijk waarheen ik daarmee onderweg ben.

    12. Nietzsche, van wie men vandaag nog alleen het woord ,,God is dood” schijnt te kennen (aan de buitenkant mét zijn buitenkant) heeft ook enkele prachtige regels geschreven over Jezus1); ,,prachtig” – ofschoon ten dele onwaar; ten dele onwaar, maar niettemin openbarend. Onwaar omdat hij in Jezus een drama van de liefde situeert dat niet het drama van Jezus’ liefde is geweest; en openbarend omdat hij ons, niet ondanks maar juist door dit niet-ware drama, Jezus plotseling opnieuw en dieper, of moet men zeggen voor het eerst, heeft doen verstaan als een mens die liefde is, niet beóefent, ook niet volmaakt beoefent, maar is, een mens wiens liefde en deernis met de mens, de essentie, het alles bepalende van zijn menselijke porsoonlijkheid is 2).
    Jezus vertegenwoordigt hiermee een fundamenteel andere menselijke werkelijkheid dan de mens die de liefde ,,beoefent”, – beoefent als ,,deugd”, als ,,gebod”, als akt van gehoorzaamheid, in navolging of om volgende bladzijde


1) Jenseits von Gut und Böse, par. 269.
2) Men zal misschien zeggen dat men dit reeds lang weet. Het is mogelijk. Maar juist wat men al zo lang weet, loopt kans het minst te worden begrepen, of leeg begrip te worden.


11














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 19-02-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 21-02-2010