lijst van werken
vorige bladzijde



C E L I B A A T   E N   M E D E M E N S E L IJ K H E ID



La réalité du célibat en référence à Dieu ne convainc plus à présent si, par réticence, on laisse dans l’ombre son côté humain.

Yann Fentener van Vlissingen 1)




I


(Voorlopige notities)

    1. Het is, zo het dan al moet gebeuren, zeker niet zinnig ambt en celibaat te ontkoppelen op een moment dat én het zicht op het priesterschap én het zicht op het celibaat én het zicht op het huwelijk ,,verduisterd” zijn. En dan: Zijn wij, die nog maar net uit de instortende holen en gangen van een leeggeroofd, uitgehold, van zichzelf vervreemd christendom te voorschijn zijn gekropen, nu wel de aangewezen partij om onze inzichten een beslissende betekenis toe te kennen, en de Kerk een oordeel overeenkomstig óns oordeel af te dwingen? Misschien hebben wij zo lang in een ondergronds donker gehuisd dat reeds de eerste schemering van een ver ochtendlicht ons, verhongerden en ingekerkerden, in de waan brengt in het volle daglicht te staan.

    2. Het celibaat is niet enkel een ,,rooms” verschijnsel. Het boeddhisme o.m. kent het eveneens. Dit zou ons er toe kunnen bewegen het celibaat óók, en vandaag misschien allereerst, vanuit de mens te verklaren: ,,dans le célibat il s’agit d’une réalité qui doit d’abord être saisie sur le plan de la nature2), en het niet énkel als een ,,charisma” te behandelen of moet men zeggen: het als een charisma af te doen: zalvend en met ,,hoogachting” naar de periferie van de Kerk te dringen, – waarna wij, wij niet-verkorenen, er ons dan verder geen zorg meer over hoeven te maken. volgende bladzijde


1) Approches psychologiques du celibat, Les Presses de Taizé, 1969, p. 100.
2) Ibidem, p. 134.


1














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 19-02-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 03-10-2014