En wat, welke eerbied; zou het kunnen weerhouden dit te zijn; welke eerbied zou het kunnen afhouden van zijn zedenbedervende publi­caties, zijn pornografische films, zijn cynische handelsmoraal, zijn financieele zwendelpractijken, zijn speculeeren op de minder­waardigste instincten van het volk, welks gast het is. Niets. Wat kan het den geëmancipeerden Jood schelen, of zijn gastheervolk moreel verwildert, godsdienstig indifferent en maatschappelijk ontwricht wordt? Niets. De ontwortelde Jood kent geen enkele rem; er is niets, dat hem met dat volk en deszelfs gemeenschap en levensorde innerlijk verbindt. Integendeel. Die ontbinding zal een oud wraakgevoel in hem bevredigen.

Natuurlijk (ik gaf het reeds te verstaan), elk volk zet dergelijke minderwaardige exemplaren af. Maar hier is het een rechtstreeks gevolg van de diaspora, van het verspreid leven van een volk dat zich niet assimileeren en dat al evenmin in zijn vreemdeling zijn berusten kan. De diaspora werkt naar twee zijden destructief — zoódra de Jood de diaspora verbreken, opheffen wil, zoodra hij er uitbreken wil. — Er is niet alles mee gezegd, als men zegt, dat het Joodsche volk Gods Uitverkoren Volk, een corpus mysticum is. Ook dŕt is het, en het ware te wenschen, dat het dit wilde zijn; zulks ware evenzeer te wenschen voor dat andere corpus mysticum: de Kerk. Beiden echter weigeren dit. De tragedie van het Corpus Christi is echter, wat gedaante en gevolgen betreft, een andere, doch daarover niet in dit boek.

Gaan wij thans over naar het derde probleem, dat de diaspora van dit uitverkoren volk heeft opgeroepen. Ik herinner hier nogmaals aan de uitspraak van Alfred Döblin: „Wer seid ihr, mit euren Staaten, Kolonien, Kriegen? Wir haben keinen Staat, aber — Gott.’’ Minder dedaigneus, maar het vraagstuk, door de diaspora in het leven geroepen, niet minder scherp belichtend, schrijft Bernstein in zijn reeds geciteerde „Over Joodsche Problematiek’’: „Stellig zou er voor de Joden zelf een Joodsch vraagstuk ook dan bestaan, wanneer er in de wereld elke zweem van anti-Joodsche instincten zou ontbreken. Ook dan immers zouden de Joden zich in balling-


190

























aangemaakt: 01-03-2008 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 19-10-2009