|
De staat een ziel in de ziel. Er is hier inderdaad sprake van twee rijken die elk volledige onderwerping eischen, maar niet zoals Maritain het voorstelt, zonder dat hooger beroep mogelijk is. De staat is namelijk zelf onderworpen aan een natuurlijke zedenwet, aan het algemeen welzijn van de gemeenschap. Dit algemeen welzijn vormt het gezagsgoed, waaraan de gezagsdrager onderworpen is omdat zijn taak geen andere is dan dit gezagsgoed te dienen. De staatsleiding kan misbruik maken van haar bevoegdheid (gelijk ook de Kerk zulks kan; de staat door zich te mengen in zuiver godsdienstige aangelegenheden; de Kerk door bv. het staatsbewustzijn te ondermijnen), maar deze mogelijkheid doet hier vanzelfsprekend niet ter zake. De staatsleiding kan ook, vooral in een revolutionnairen staat, als het hervonden en herboren scheppend beginsel zich met hartstochtelijke dynamiek van den leiders meester maakt, tot bepaalden excessen komen (zoo destijds in Italië, toen de staat het bepaalden menschen soms practisch onmogelijk maakte zekere godsdienstige verplichtingen na te komen), maar dan bestaat er steeds, èn voor de staatsonderdaan èn voor de kerkelijke leiding, beroep op het beginsel dat de staat vertegenwoordigt. Dergelijke, voor een gemeenschap van mènschen normale conflicten kunnen echter steeds in der minne geschikt worden, en niets lijkt mij onmenschkundiger en fataler dan wrijvingen van dien aard coûte que coûte tot een ,,principieele”controverse op te zweepen.
*
* *
Men kan het betreuren, dat de Godsstaat – deze grootsche eenheid en synthese van de beide machten dezer wereld in het verbond eener zelfde dienstbaarheid, de dienstbaarheid aan het Rijk Gods, op dit moment geen recht en geen mogelijkheid is (én recht én mogelijkheid veronderstellen, dat gansch een samenleving daadwerkelijk christelijk, zelfs katholiek is), — vèr van dezen oppersten droom, die ook in Dante’s De Monarchia naar zijn gestalte zocht, en ver van de even sublieme (tòch sublieme) als bittere en verbitterde worstelingen, die in de middeleeuwen het tot stand willen brengen van die synthese in het leven heeft geroepen, is een
170
|
|