|
van oorsprong edeler dan de anarchie welke veroorzaakt wordt door een zorgeloos, cynisch of lafhartig wegvluchten voor een gevecht met het leven. Men constateerde toch — niet zélden — een gewétensvol-verscherpt 1), waaksch, agressief denken, een niet alleen zeer critisch, doch ook werkelijk voornaam wantrouwen jegens de omringende wereld; indringende zelfcritiek, en afweer — spits en hooghartig — van elken vorm van zelfbedrog; een onbevreesd ontmaskeren en afwijzen van als onwaarden herkende waarden —, wélk verlies en wélke leegte zulks ook schiep; een zich onttrekken aan hetgeen den mensch als mensch dreigt te besmeuren, en een zich niét onttrekken aan de consequenties en veelal negatieve (en daarom bittere) uitkomsten van den eigen levensstrijd. Men bespeurde ook — positiever nu — bij de sterksten hier — en tot hen reken ik zonder twijfel Ter Braak en Marsman — den wil, om, gelijk men dat genoemd heeft, ,,tot de moeilijke vondst van nieuwe beginselen te komen’’, ,,een werken in stilte aan toekomstige constellatiën’’, maar nérgens, ondanks veel verbeten en manmoedig vechten; een doorbreken naar een scheppend middelpunt, vanwaar het leven van enkeling of gemeenschap opnieuw, nieuw en strijdbaar begónnen, hernomen kon worden, nergens datgene dus, wat geestelijke grootheid een waarlijk positieve kracht, een renoveerend ferment doet zijn. Stellig was Ter Braak in het vooroorlogsche letterkundige leven een der felst strijdenden; weinigen ken ik die zoozeer den totalen mensch, het totaal der menschelijke vermogens inzette, die zich zoo helder, onvervaard, onrustbarend en onophoudelijk rekenschap gaf van de door hem gekende waarden en onwaarden des levens, die zoo onverzoenlijk vocht tegen de ,,acteurs’’ — de véle acteurs! — van den geest, de politiek, de wetenschap, de philosofie, de kunst, de logica, tegen heel dat bizarre carnaval van geestelijke burgers en klaploopers, durend op zoek naar dien lévenden mensch, dien ,,gewónen mensch’’ (om zijn eigen woorden te bezigen), dien mensch die niet
1) en dus niet enkel een ,,intellectualistisch’’ toegescherpt
3
|
|