nen; ten derde, dat datgene waardoor wij nationaal-socialisten — eenmaal, door de Duitsche overwinning, macht of dé macht geworden — het Nederlandsche volk zullen moeten overtuigen en veroveren, niét gelegen is in hetgeen wij dan zullen zéggen, maar in hetgeen wij, dan, in féite, zullen doen en in feite zullen zijn; ten vierde: dat het daarom allereerst zaak is, dat wij, bij het einde van dezen oorlog, beschikken over een hiërarchie — dit woord in den meest uitgebreiden zin — van waarachtig bekwamen én waarachtig revolutionnairen, d.w.z. van functionarissen op alle gebied die, werkelijk staande op het niveau der Europeesche nationaal-socialistische revolutie, de problemen welke zich op het terrein hunner werkzaamheid stellen, ook werkelijk aankunnen en tot een vitale oplossing brengen. Slechts zulk een hiërarchie van bekwame revolutionnairen zal in staat zijn ons het vertrouwen van het eigen, Nederlandsche volk te doen verwerven én: het vertrouwen-in-ons van het leidende Germaansche volk te doen behouden. Beschikken wij dan niét over zulk een hiërarchie, zijn wij onmachtig die te vormen, dan hebben wij bij de eene partij onze rechten en bij de andere de mogelijkheid van vertrouwen in den kortst mogelijken tijd verspeeld.
De macht, het behoud ervan, niet meer afhankelijk van het instemmen of afwijzen der massa, zal enkel dan afhankelijk zijn van onze bekwaamheid. In '40 schreef ik eens: „De „volkomen onpathetische oorlogvoering” werd voorafgegaan (wij hebben het misschien inmiddels bemerkt) door een volkomen onpathetische oorlogsvoorbereiding; zij zal ook —wezen wij er op voorbereid! — door een volkomen onpathetischen opbouw gevolgd worden.” 1) Er zal thans, na al de ellende waarin deze oorlog dit continent heeft gestort, wel niemand meer zijn, die, welke politieke overtuiging hij overigens ook moge zijn toegedaan, dááraan twijfelt. De problemen waarvoor het na-oorlogsche Europa staat, laten geen andere houding toe dan een volkomen onpathetische revolutionnaire dynamiek die, wat onbekwaam is, zonder pathetiek uitschakelt. Want beseffen wij wel: de problemen eindigen niet met het einde van

















aangemaakt: 26-10-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 28-10-2012