Welken term moeten wij dan bezigen?
Ik meen, dat wij het vaststellen van dat soort termen voorloopig maar moeten laten rusten, als iets dat verbazend weinig zin heeft; en dat te minder zin heeft, waar het de gemoederen maar noodeloos agiteert én... van het éigenlijke werk afleidt. Bovendien zal die staatsrechtelijke formule wel te zijner tijd worden gevonden. Belangrijker, essentieeler, fundamenteeler schijnt het mij, de komende werkelijkheid te preciseeren, den drijvenden wil van die werkelijkheid, het waarom van dien wil, kortom: den zin en de schoonheid der thans doorbrekende Germaansche renaissance. Want de kwestie is niét: wie wint dezen oorlog, doch: wie heeft het recht dezen oorlog te winnen, m.a.w.: wie vertegenwoordigt, door de geestelijke en cultureele waarden welke hij voorstaat, de scheppende synthese der Europeesche problematiek van deze eeuw; wie heeft, daarom, het recht de toekomst van Europa te leiden? En daarom is de vraag tevens: welke toekomst (die welke de As-mogendheden of die

















aangemaakt: 22-01-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 25-10-2012