er op het vasteland geen speciale belangen. Het bijzondere der belangen is niets dan gebrek aan inzicht. Wanneer een volk op het vasteland een spoorweg noodig heeft, dan is het een belang van het geheele continent, dat het dien krijgt; want wanneer het zich economisch verheft, gaat het het geheele continent economisch beter. Wanneer een in het binnenland van het vasteland gelegen natie een toegang tot de zee noodig heeft, dan is het niet noodzakelijk, nationaal gebied van andere naties te offeren, om haar deze te verschaffen, maar het is in aller belang haar de noodzakelijke faciliteiten voor haar handelsverkeer te waarborgen, opdat daardoor de gemeenschappelijke maritieme belangen worden bevorderd.” Scarfoglio illustreert deze stelling met vele andere voorbeelden, om dan te concludeeren: ,,Zuiver kan het continentale gevoel slechts op de volgende wijze worden omschreven: Al, wat een natie van het continent schaadt of onderdrukt, schaadt of onderdrukt het geheele continent; alles, wat een natie van het continent voordeel brengt, zonder de anderen te benadeelen, is voordeelig voor het gezamenlijke continent; wie één volk van het vasteland tegen het andere opzet, is een vijand van het geheele continent en moet zonder aarzelen buiten gevecht worden gesteld. Deze formule mag eenvoudig een humane formule lijken, maar ze is niets van dien aard; zij is integen­deel een realistische en nuttige regel (en onder de gegeven om­standigheden en in verband met het feit dat de continentale Engel­sche politiek slechts onderdrukking van het continent, verdeeling van het continent en zijn verlaging tot Engelands afzetmarkt ten doel heeft, is ze ook een oorlogsformule).”
     Logisch vervolgt Scarfoglio deze gedachte, als hij schrijft: ,,Want er bestaan geen speciale aangelegenheden van de continentale waardigheid, maar wie ooit, al is het in nog zoo geringe mate, de waardigheid van een vastelandsnatie schendt, beleedigt de waardigheid van het geheele continent”. En verder: ,,Wij mogen slechts besluiten, dat alle vastelandsnaties, die volgens een echt en duidelijk kenbaar ethisch en historisch beginsel zijn ontstaan en niet uitsluitend politieke staten zijn, geschapen om elkaar te schaden, door ons moeten worden erkend en bij anderen door ons tot erkenning gebracht moeten worden . Slechts dan zijn het volken van continentaal Europa, onder voorwaarde, dat ze zich niet losmaken van de continentale discipline.”


Komen wij thans tot onze conclusie. Verdeeld over de staten Nederland, België, Frankrijk leeft het schoone, trotsche Dietsche Volk in een om ,,uitsluitend politieke” redenen geconstrueerde gespletenheid, die op uiterst vernederende wijze de waardigheid van het Dietsche Volk, het zelfbewustzijn zijner edelste zonen, de waardigheid ook van het continent beleedigt. Ons recht is één te zijn op de wijze, waarop ook andere volken van Europa één zijn geworden. Natuurlijk de Dietsche eenheid is allereerst een Dietsche, maar daarnaast is zij ook — voor de autoritaire staten die, om nogmaals Scarfoglio te citeeren, arbeiden aan een Europeesch vasteland dat een woonplaats van vrije mensen zal zijn — een continentale aangelegenheid, een aangelegenheid van cintinentale waardigheid. Rechten echter, die ons in het verleden ontfutseld zijn, moeten veroverd worden, doch zij worden niet enkel veroverd met een beroep op de continentale waardigheid. Het recht op onze volksche eenheid, en de hereeniging van dit nobele, trotsche Dietsche Volk, van dit scheppende en prachtige ,,prinsenvolk” en de erkenning van dit recht door de andere staten, veroveren wij door ons volk te veroveren, en wel voor een dynamisch en gericht nationaal en continentaal bewustzijn. Het recht op onze volksche eenheid veroveren wij ons door ons volk, na een periode van nationaal verval en continentale ,,neutraliteit”, wederom te maken tot een levend volk en daarmede tot een levende schakel in het Europeesche volkeren-geheel.
     De weg naar het recht is het vervullen van onzen plicht. Onze plicht vervullen ten opzichte van het continent is de eenige mogelijkheid, dat het continent, d.w.z. die staten welke bij de reconstructie van het Europeesche vasteland leidend zijn, hun plicht vervullen jegens ons. Waar echter de beide hierboven omschreven normen van continentaal denken de leidende beginselen zijn dier leidende mogendheden, mogen wij de toekomst van het Dietsche Volk met vertrouwen, fier en opgericht tegemoet zien. Dietschlands beste zonen zijn zich de eischen van dit historisch tijdsgewricht volledig bewust.

HENRI BRUNING
















aangemaakt: 17-07-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 19-07-2012