lijst De Paal
vorige bladzijde



De vrouwen zijn stil en schoon: zij zullen alles prijsgeven: een groot volk, een vrij en machtig volk zullen hun zonen zijn! Sin sse! Sin sse! En haar gedachten glimlachen trots en jong: als HIJ de karabijn heft zal de zware kolf treffen.

Sin sse! Sin sse! Als de leeuw ontwaakt!
Als de leeuw ontwaakt schuurt zijn ruwe tong langs de brede muil; de grond dreunt onder de zware zweepslag van zijn staart. Zijn oog rust op de vechtende welpen: ziet! hun tanden en klauwen wetten zich op elkanders lichaam! Hun lijven zijn nog log en onhandig, hun poten breed en week, hun brullen klinkt nog zwak en schor; maar als de leeuw om voedsel huilt tuimelen de welpen uiteen, luisteren, en vraatzucht rekt hun jonge lijven. – En voor het eerst gelijken zij op jònge lééuwen.
De laatste welpen waren sterk en schoon!


Ziet! zijn glimlach is edel en rustig, en zijn hooghartigheid mild. Sin sse! hij zàl geen gele Yankee zijn.
Zijn glimlach is de wijsheid van een jonge god: als hij de speer heft zal hij treffen! Hij zal het verleden wreken, en de beledigers vergeten:

Hij zal glimlachen om de wijsheid en om de trots van Manhattan! Zij zijn een jong volk, een volk van schone barbaren! En Gòd heeft hun barbaarse kracht bewaard! De vroege dag parelt om hun jeugdig lijf – en ginds valt stil en somber de nacht over Manhattan.

Als een jonge knaap in de schuimende branding – zó zal dit volk zijn. Een licht wit schuim spat op waar hij verloren wegduikt. Laag over de waterruggen spiedt zijn donker oog. En langzaam wentelend door het wemelende licht bespeelt de kalme slag der bronzen arm de zon en witte meeuwen vluchten. Kristallen waatren dragen zijn deinend lijf. Sin sse!


Oktober 1928.









5






















lijst De Paal



aangemaakt: 18-07-2013 Copyright © 2013 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 18-07-2013