soonlijkheid belemmert niet alleen geen zuiver nationale (of nationaal zuivere), onzen volksaard eigen scheppingen, zij is niet alleen geen gevaar, zij is noodzaak. Elke scheppende geest behoeft de bevruchting en het correctief der confrontatie met het anders geaarde, het anders doordachte, het anders ervarene, het anders gerealiseerde. Juist de scheppende persoonlijkheid treedt deze confrontatie hevig-geboeid en onbevreesd tegemoet. Het streven naar zijn menselijke zelfperfectie eischt relatie met de verworvenheden van anderen — ons wezen verwant of niet-verwant, of zelfs daaraan vijandig. Gevaarlijk voor de scheppende persoonlijkheid is niet zijn innige relatie met (en de dan ook onvermijdelijke invloeden van) de verworvenheden van andersgeaarde volken, maar zijn isolement, dat, wezenlijk anti-vitaal zijnde, het gevaar oplevert van een verstard, eenzelvig en tenslotte onvruchtbaar in zichzelf verstrikt geraken. Zooals het niet goed is, dat ,,de mensch alleen is”, zoo is het ook niet goed dat volken zich, cultureel, op zichzelf terugtrekken of dat een kunstenaar zich, binnen die begrenzing, van ,,het andere,” van het buiten zijn nationale grenzen ontstane isoleert.
Een voorwaarde voor een waarachtig-levende nationale kunst is ruimte, geestelijke vrijheid d.i. bewegingsvrijheid voor de scheppende persoonlijkheid.

2

Een kunstenaar vervreemdt niet zoo snel van zijn aard; men kan niet zoo snel van zijn werk zeggen, dat het buiten zijn volksaard staat. Het kan wel gebeuren, en dan snel, en weldra onverzoenlijk, dat hij van zijn omgeving i.c. de hem omringende maatschappij vervreemdt. Het is niet altijd zoo, dat een samenleving verwordt of verwildert, omdat de kunstenaar zich op zichzelf terugtrok (,,plichtvergeten” zegt men), maar ook zoo — en zoo voorál — dat de kunstenaar, deze groote gevoelige, zich op zichzelf terugtrekt en zich van de gemeenschap afwendt, omdat het gemeenschapsleven onleefbaar is geworden. En niet steeds, slechts zèlden is het dan zoo, dat deze vereenzaamde een daadwerkelijk ,,zorgelooze” (en dan een ,,waardelooze parasiet”) is, ook al vertegenwoordigt hij dan

369

















aangemaakt: 01-08-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 01-08-2012