D e   s t e m m e n   d e r   a a r d e


I
De stemmen der aarde verwaaiden
en raken de ziel niet meer aan,
de droomen zijn ook voor haar nu
als een klein glanzen vergaan.

Niets bindt mij en niets kwelt mij,
veerlicht en vrij dwaal ik heen,
maar het hart, o het hart, als de ziel zoo
haar helderst verlangen vervreemdt.

II
Ongebonden, door niets gedreven,
ontknecht van leugen, vreugde en smaad, —
o laatste leugen, o leven
dat gelaten verlaten staat.














110

















aangemaakt: 01-08-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 31-11-2012