terug
volgende bladzijde


Bruning realiseert zich dat een ras een volkomen natuurlijke ontstaansgeschiedenis kent en dus iets van het leven-zelf is:

De huidige Noordrasmensch schept zich zijn orde wederom uit het levensbewustzijn van zijn ras, (...) juist omdat hij zich met dit bewustzijn verankerd weet in een realiteit van het leven-zélf, juist omdat hij weet dat hij daarmede het léven vertegenwoordigt. (blz. 22 )

Via zelfbezinning

(...) hij greep wederom terug op zichzelf: in een wereld waarin alle waarden bezwijkende waren en hun ontoereikendheid bewezen in een algemeene anarchie en ontreddering (...). (blz. 22 )
Zélf-bezinning, — na een eeuwenlang zich bezinnen op en worstelen met de waarden, hem van elders geworden, hem vreemd, ja, zijn diepste levensbewustzijn vijandig; (blz. 23 )


9. Het heden in vergelijking met de voorgaande tijd

Want hetgeen heden gebeurt, heden, nu een latijnsch christendom, dat de groote tijdperken waarin het op de gebieden van mystiek, theologie, wijsbegeerte en kunst daadwerkelijk scheppend was en onvergankelijke goederen aan het cultuurbezit der menschheid heeft toegevoegd, reeds lang achter den rug heeft; heden, nu een latijnsch christendom reeds lang heeft opgehouden een daadwerkelijk scheppende, een zich in haar oorsprong en oorspronkelijkheid telkens vernieuwende grootheid te zijn, nu het in de hoogere regionen van het geestesleven nog slechts een ofwel verwilderden ofwel krachteloozen, diep-verschraalden nabloei oplevert en, voor de menigte, enkel nog een vaag en beschamend massa-moraaltje dat, ondanks alle braafheid en deugdzaamheid, weinig meer met religie uitstaande heeft en dat bovendien het individueele leven en het leven eener christelijke collectiviteit in haar natuurlijke zedelijkheid ondermijnt en ontbindt en daarmede ook het moreel der gemeenschappen; (blz. 23 )

Maar wat heden in Europa plaats vindt is méér dan de

revolutie van maatschappelijk ontrechten, meer dan de revolutie van een staatkundig misbruikt en staatkundig ineenstortend continent, en meer ook dan de heropstanding van in hun nationaal bewustzijn onteerde volken. Dát is het ook, maar vóór alles, diéper dan dit alles, is het het zichzelf hernemen van een rás als ras, de zelf-bevrijding. (blz. 23 )

En daarom dient men te beseffen

dat het gemeenschapsbewustzijn zich hier van nationaal bewustzijn verbreedde tot rasbewustzijn. (blz. 24 )


Hiermee wordt naar mijn inzicht het nationale van het “nationaal-socialisme” naar de achtergrond verwezen.
Maar ook

Elke orde-wil en elke gemeenschapswil moet zich in een staatkundige schepping — zijnde de hoogste orde-eenheid van het natuurlijk leven — bevestigen en behoeden. (blz. 24 )
























terug
volgende bladzijde



aangemaakt: 01-07-2011 Copyright © 2011 by
Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 21-07-2011