terug
volgende bladzijde


NIEUW LEVENSBEWUSTZIJN, nader beschouwd

Nieuw Levensbewustzijn

Tekst eener inleiding uitgesproken in october 1943 te Amersfoort op een door het letterengilde van de Nederlandsche kultuurkamer gehouden bijeenkomst van letterkundigen.


De grote lijn van Brunings gedachtengang zal ik trachten weer te geven, waarbij ik, op deze manier en met dit lettertype, een enkele kanttekening plaats.

De tekst van deze lezing is in 2000-voud gedrukt en door het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten verspreid onder intellectuelen.

1. Grootheid zonder kracht
Bruning beschouwt het demoliberaal tijdperk ten einde. Hét kenmerk van diegenen die in dat tijdperk de cultuur vertegenwoordigden was naar zijn mening “grootheid zonder kracht”, zonder scheppingskracht, want daaraan demonstreert zich het noodlot van een ondergang.
Slechts

het vermogen gestalte te geven, vorm te geven aan den individueelen en collectieven levenswil, aan de individueele en collectieve levenskracht, — dát maakt den mensch tot mensch, en dat, dat alleen, bezweert een ondergang en behoedt een toekomst. (blz. 2 )

Hij zag wel bij enkelen, zoals Ter Braak en Marsman, een zoeken naar nieuwe mogelijkheden, maar

nergens datgene dus, wat geestelijke grootheid een waarlijk positieve kracht, een renoveerend ferment doet zijn. (blz. 3 )

Hij zag

een vermoeid aflaten van het gevecht, een vermoeid zich afwenden van deze aarde en haar lot, een hooghartig, of verbitterd, vereenzamen. Ik behoef hier slechts te herinneren aan namen als A. Roland Holst, Bloem, Slauerhoff, (...) Marsman (...),Nijhoff. (blz. 4 )
Vestdijk — eeuwig knagend aan de vooze zekerheden van een duisteren en ontluisterden tijd, onbeschaamd het schaamteloos levensbederf ontmaskerend (blz. 5 )

Bij Werumeus Buning

het schijnt alles een strijdbaren levenswil en een levensvertrouwen zooals die heden doorbreken zeer verwant. (blz.6 )


2. Geloof in de goedheid van het leven
Bruning ziet als het meest destructieve geloof, het geloof in de goedheid, de scheppende zelfwerkzaamheid van het leven en dus als destructief het niet-geloven in de scheppenden strijd van de mens. Maar naar zijn inzicht is

Gelooven in de goedheid van het leven is allereerst gelooven dat de scheppende wil van den mensch, dat diens mannelijk en moedig gevecht tegen wat het aardsche leven verraadt, dat dit meest édele van
























terug
volgende bladzijde



aangemaakt: 01-07-2011 Copyright © 2011 by
Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 04 -07-2011