terug

Henri Bruning: het Diets geweten onder nazi-bezetting

n.a.v. Robbert Bodegraven: “De collaboratie van Henri Bruning; Het literaire geweten van de NSB”, De Groene Amsterdammer, 2 mei 1990

Natuurlijk doet het goed om te zien dat Henri Bruning toch tenminste als een geweten van de NSB werd beschouwd, ook al was het slechts het literaire geweten.

Wat schreef Bodegraven ondermeer over de politieke Bruning?

Weer gaan er stemmen op die Bruning willen zien als een idealist die het beste met het Nederlandse volk en zijn literatuur voor had. Dat hij daarbij voor het nationaal-socialisme koos, valt, volgens de aanhangers van deze visie, natuurlijk niet goed te praten, maar moet worden gezien als een poging de barbaarsheid van die ideologie van binnen uit te bestrijden. Oppergeschiedschrijver van Nederland in oorlogstijd, L. de Jong, is een van degenen die deze mening verkondigt.


Maar hij vervolgde:

Daar tegenover staan degenen die wijzen op Brunings NSB-lidmaatschap en zijn latere toetreding tot de Germaansche SS, waaruit zijn onverbeterlijkheid zou blijken. Adriaan Venema’s beschrijving van Bruning in Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie is daarvan het meest recente voorbeeld.


Bodegraven zelf behoorde kennelijk tot het tweede kamp want nadat hij geschreven had:

Bruning was overtuigd van de juistheid van het nationaal-socialisme als politiek-maatschappelijke leer. Hij was een fanatiek en vasthoudend lid van de NSB. In de latere oorlogsjaren werd zijn fanatisme zelfs steeds radicaler en werd hij lid van de Germaansche SS.


vatte hij tenslotte zijn eigen mening over Bruning kort en bondig samen met:

Bruning was een nationaal-socialist met antisemitische sympathieën. Dat was zijn politieke overtuiging, waarmee hij zich niet onderscheidde van vele andere collaborerende Nederlanders.


Dus, vort met dat zogenaamde idealisme van Bruning. Hij had in zijn artikel al gememoreerd dat Bruning voor de oorlog lid was geweest van het fascistische Verdinaso, dus voor hem gold kennelijk ook: Driemaal lid, dus gewoon hartstikke fout.

Even terzijde: al deze uitspraken over de politieke Bruning worden nergens onderbouwd met ook maar enige verwijzing naar een publicatie van Bruning. Dat was kennelijk niet nodig; een verwijzing naar Venema was voldoende.


In het citaat is sprake van “goede bedoelingen” van Bruning en mijn broer Raymund gaat zelfs zover dat hij spreekt over “verzet” onder het mom van collaboratie.

En juist in verband daarmee staan er in het artikel van Bodegraven nog twee verrassende zinnen:

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, trad Bruning, samen met zijn kameraden van het Verdinaso, toe tot de NSB. Die voordien zo gehate partij bleek het enige alternatief voor legale politieke activiteit onder nazi-bezetting.


Maar daarvóór had hij in het licht van die “legale politieke activiteit” nóg een uitspraak gedaan, weliswaar om, naar mijn gevoel, zowel het Verdinaso als de NSB bespottelijk te maken.

Het fascisme van het Verdinaso bestond eruit dat het met dezelfde geestdrift ten strijde trok tegen democratische verworvenheden als tegen het van de Duitsers afgekeken nationaal-socialisme van de NSB.


Als ik in deze zin enkele woorden weglaat, zonder daarmee tot een verdraaiing van zijn uitspraak te komen, en de volgorde een beetje wijzig om nog goed Nederlands over te houden, dan lees ik:

Het fascisme van het Verdinaso trok [ook] met geestdrift ten strijde tegen het nationaal-socialisme van de NSB.


Dat is op zijn minst een opmerkelijke uitspraak: een fascistische beweging bestrijdt een nationaal-socialistische beweging.
Het is echter nog veel frappanter. Dat nationaal-socialisme dat bestreden wordt, is van de Duitsers afgekeken, het lijkt dus veel op het Duitse nationaal-socialisme en men is algemeen van mening dat het nationaal-socialisme van de NSB gedurende de oorlog steeds meer opschoof richting het Duitse nationaal-socialisme.

Bodegraven zal zich in 1990 niet gerealiseerd hebben dat ik/men tot de volgende gevolgtrekking zou kunnen komen, op grond van zijn uitspraken.

De voordien zo gehate NSB werd door Bruning, als het enige alternatief voor een legale activiteit, gebruikt om zijn Verdinaso-strijd tegen het Duitse nationaal-socialisme onder de nazi-bezetting voort te zetten.


Deze formulering dekt de werkelijkheid en is als zodanig dus niet louter een leuk woordspelletje. In mijn Voorlopige Subjectieve Bevinding “Het solidarisme der Europese volken en Dietsland” schreef ik het volgende en gaf tevens een voorbeeld van zijn bestrijden van het Duits nationaal-socialisme:

“De manier waarop Bruning het solidarisme van de leden van de Europese volkerengemeenschap niet alleen verdedigt maar ook eist, bewijst dat hij niet zondermeer verblind achter Duitsland aanloopt. Op wie zou hij, gegeven de omstandigheden, anders doelen dan op Duitsland als hij schrijft:

Een Europeesch volk, dat uit imperialisme, d.i. uit machtspolitieke overwegingen en eenvoudig omdat het zich de sterkste machts­posities heeft veroverd, een ander volk van Europa knecht, verdeelt, verzwakt en zwak houdt, stelt niet slechts een vijandige daad jegens dat volk, maar jegens het Europeesche continent. (Dietschland, De Waag, 3 april 1941 )


Eindhoven, 6 april 2013
Theo Bruning
























terug

aangemaakt: 14-02-2013 Copyright © 2013 by
Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 31-05-2013