Curriculum 
Vitae
naar menu
 Teksten van boeken 
en artikelen
naar menu
Autobiografische
 teksten 
naar menu
 Contact en laatste 
toevoegingen
naar menu
Over het waarom
 Raymund Bruning 
naar menu
Subj. bevindingen 
Theo Bruning
naar menu



10 juli 1900






1927

Nooit met mijn ziel vereend,
nooit ook met U,
nooit was het stiller in mij,
blijder dan nu.
H E N R I
B R U N I N G

dichter en schrijver

Enkel de stilte is.
enkel het gaan.
Uw godlijke Stilte.
ons klein niet-verstaan








vorige
Twee opmerkelijke brieven van oktober 1943

Wat aangrijpend is, is als iemand deze verantwoordelijkheid voor de gevolgen werkelijk en tot in het diepst van zijn ziel voelt en verantwoordelijkheidsethisch handelt, en dan op een bepaald moment zegt: "hier sta ik, ik kan niet anders." Dat is pas echt menselijk, dat grijpt je aan.

Max Weber in Politiek als beroep,
Geciteerd door Welmoed Vlieger
in Trouw, de Verdieping 26-01-'21.



Van maart 1942 tot november 1943 heeft Bruning gecorrespondeerd over geloofs- en politieke aangelegenheden. Dit naar aanleiding van de vraag die hem voorgelegd werd als hoofdredacteur van De Schouw:
"Zijt gij nog Katholiek? Zoo ja, waarom strijdt je dan niet tegen de S.S.-gedachte, die meer en meer als de kern van het nat.soc. te voorschijn komt, en die rechtstreeks het Christendom zelf bestrijdt?"
In de twee voorlaatste brieven () komt Brunings stellingname in beide aangelegenheden duidelijk naar voren.

Enkele uitspraken uit de brief van 5 oktober 1943

(...) zou ik er nog op willen wijzen dat ik nooit verstilder en inniger religieuse poëzie heb geschreven dan juist gedurende dat laatste jaar '42.

Ik ben hoegenaamd niet "anders" dan vroeger: ik vertegenwoordig stééds (zooals je kunt weten) een essentieel contra: ik verdedigde stééds het Rijk Gods tegen de Kerk-affaire, en tegen diezelfde affaire verdedigde ook de natuurlijke moraal, en ik heb gedurende deze laatste jaren geen enkele reden gehad dit contra los te laten, integendeel (...)

Ik geloof in de eeuwige schéppings-wil van het menschelijke leven, en als je even in staat bent geweest je er rekenschap van te geven hoe ik deze zaken zie én: hoe ik ze beleef, dan is je tevens duidelijk, waarom ik niet zoo spoedig mijn geloof verlies in een levenswil die zoo prachtig en gericht lossprong als in het Duitsche nationaal-socialisme, en mijn geloof behoud ondanks datgene wat jij zoo exclusief ziet (en zien wil) als een verraad aan het nationaalsocialisme en een reeds fataal-bezoedelde levenswil.

Evenwel: hoewel ik er aanspraak op maak moreel en godsdienstig nogal overgevoelig te zijn (m'n heele noodlot trouwens) is dat dilemma voor mij nooit dilemma geweest (daarvoor leefde ik misschien te exclusief of te primair het Rijk Gods).

Ik sta - met of zonder mijn volk - aan de zijde van de scheppende krachten van het leven, en dié trouw is mijn eenige trouw aan het Nederlandsche volk; ik wil er alleen voor strijden dát die krachten zich even schoon realiseeren als zij willen, ook al schijnt dan veel wat heden gebeurt een diepbezoedelend verraad. Welk laaste ik echter niet geloof.

Enkele uitspraken uit de brief van 31 oktober 1943

Als ik zeg: "God gaat voor mij alle begrip te boven" dan weet ik dat alle orthodoxen me - glimlachend om die waarheid als een koe - zullen bijvallen, maar ik weet ook: als dat deze waarheid de centrale idee, de dagelijksche, eerste en laatste werkelijkheid is van mijn orde, bij dat ditzelfde voor de rest der orthodoxen 'n soort "toegiftje" is, bij gelegenheid opgediept om te kunnen bevestigen dat "òòk de katholieken" zulks meenen en allang wisten. Maar wat voor mij de éérste realiteit is, is voor de anderen de laatste - en meestal dan nog phrase. - Zoo ontstaan bij alle overeenstemming, twee verschillende werelden.

Die eeuwige en geniale scheppingswoede van het leven is voor mij zulk een enorm, reëel en centraal feit.

Over die verraadskwestie zal ik maar niet verder uitweiden, ik geloof niet dat het zin heeft.1o de beschuldigingen van 't Nederlandsche volk interessereen me niet zoo 2o de houding van de N.S.B. vòòr den oorlog verdedig ik niet en 3o dat 't Nat.Soc. Duitschland verraad pleegt aan ons - dat geloof ik niet. En tenslotte: Mijn strijd is mijn trouw, en na alles wat ik tegen het fascisme en nat.socialisme heb gelezen en dat ik ernstig overwogen heb, kan ik niet anders dan dat, dàt, herhalen: het blijft mijn trouw aan mijn volk. Ik zou ook kunnen zeggen: "hier sta ik, ik kan niet anders". Want 'n andere houding zou, voor mij, een verraad zijn aan alles waarvoor ik 'n leven lang gestreden heb en dat mijn gewetenvolste overtuiging is geworden.

Brunings vertrouwen in het nationaal-socialistische Duitsland zou later volledig beschaamd worden ().

(01-05-2021)







naar menu


17 dec. 1983






1980


aangemaakt: 16-08-2008 Copyright © 2019 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 17-04-2020