Curriculum 
Vitae
naar menu
 Teksten van boeken 
en artikelen
naar menu
Autobiografische
 teksten 
naar menu
 Contact en laatste 
toevoegingen
naar menu
Over het waarom
 Raymund Bruning 
naar menu
Subj. bevindingen 
Theo Bruning
naar menu



10 juli 1900






1927

Nooit met mijn ziel vereend,
nooit ook met U,
nooit was het stiller in mij,
blijder dan nu.
H E N R I
B R U N I N G

dichter en schrijver

Enkel de stilte is.
enkel het gaan.
Uw godlijke Stilte.
ons klein niet-verstaan








vorige
Nieuw Levensbewustzijn

[ "De nieuwe mens", de mens met het nieuwe levensbewustzijn] bestrijdt het onrecht (...) als: benéden den ménsch, als anti-ménschelijk, als het anti-menschelijke bij uitstek: als een inbreuk op en een verstoren van die orde waarin de mensch zijn menschelijke waardigheid bevestigt, als een inbreuk op die orde, welke den mensch als individu en de gemeenschap als gemeenschap waardig is (...). Hij bevecht Orde en Recht op het ónder-menschelijke in den mensch, op datgene wat beneden den mensch, beneden diens eer blijft (..) op den destructieven, orde-verstorenden mensch. (1943 )

Dit als een zeer summiere reactie op een wetenschappelijk onderbouwd artikel uit 2014, waarin het volgende gezegd werd naar aanleiding van zijn dichtregel "Een meeuw te zijn en de ruimte toebehoren..." (1942 , 1931 ) : "voor Nederlanders die de ideologie van nazisme en fascisme afwezen, en zeker voor allen voor wie diezelfde ideologieën levensbedreigend waren, moeten de woorden" (gedoeld wordt op de woorden 'meeuw' en 'ruimte') "huiveringwekkend geklonken hebben." ()
In bedoeld artikel werd ook nog opgemerkt: "Bovendien achtte hij zich nog steeds gerechtigd om ethische kwesties te bespreken, bijvoorbeeld in 'Celibaat en medemenselijkheid"' (1971 ).

Het bovenstaande is, louter seculier geformuleerd, de essentie van het nieuw levensbewustzijn waarover Bruning sprak op een voordracht tijdens de oorlog.
Ongetwijfeld behoorden ook deportatie en moord tot het te bestrijden onrecht.
Bruning dacht nog niet aan een Übermensch, hij riep op tot het eerst maar bestrijden van het onder-menselijke in ons.
Het is mijn indruk dat zijn nieuw levensbewustzijn juist tijdens de oorlog al één van zijn getuigenissen was van zijn medemenselijkheid.

Tot slot een citaat van Bruning uit Celibaat en medemenselijkheid:

Ook de mens in wie liefde tot de medemens aanwezig is, kent die begeerte zich met alles wat hij is in zijn daad te storten, de daad in alle zuiverheid te stellen zodat deze niet kan worden aangevallen, niet door anderen en niet door hemzelf; ook hij moet zichzelf "in zijn geheel" kunnen verweren. Hij kan niet ten dele in zijn daden aanwezig zijn en de daden, die binnen zijn mogelijkheden liggen, kan hij niet ten dele volbrengen. (1971 )

(01-12-2019)







naar menu


17 dec. 1983






1980


aangemaakt: 16-08-2008 Copyright © 2019 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 01-12-2019