terug naar menu met autibiografische fragmenten


BEVINDINGEN
n.a.v. de autobiografische teksten over zijn politiek verleden

Deze autobiografische fragmenten geven een redelijk compleet antwoord op de vraag hoe Henri Bruning tot zijn politieke keuzes vóór en tijdens de oorlog is gekomen. Voor de tegenwoordige "snelle" tijd een uitvoerig betoog, maar wel in zijn ogen noodzakelijk om dergelijke "onbegrijpelijke" keuzes toe te lichten.
Tevens wordt aangegeven hoe hij tijdens en na de oorlog gedacht heeft over de gebeurtenissen die wij nu de Holocaust noemen.
Ook zijn wederwaardigheden rond de inval van de Duitsers, dolle dinsdag gevolgd door zijn vlucht naar het oosten, zijn arrestatie en tenslotte zijn kampervaringen komen ter sprake.
Tenslotte geeft hij ook nog zijn visie over de manier waarop zijn "goede" medeburgers met de idealen van hem en zijn lotgenoten zijn omgegaan en de consequenties daarvan.
(Deze paragraaf heb ik dd. 05-04-2017 toegevoegd.)

Door zijn keuze vóór de oorlog voor het Verdinaso, zijn lidmaatschap van de N.S.B. vanaf het begin van de oorlog en tegen het eind van de oorlog zijn begunstigend lidmaatschap van de Germaanse SS en door zijn publicaties tijdens de oorlog wordt Bruning gezien als een schrijver die op zijn minst collaboratie kan worden verweten. Deze teksten geven een verantwoording hoe hij tot die omstreden keuzes is gekomen en hoe hij zelf over zijn zg. collaboratie dacht.

De 'inleiding' van het stuk, dat mijn broer de titel 'op een dag in 1945 over september 1944' heeft meegegeven, geeft een goede kijk op de innerlijke ontwikkeling die Bruning al als jongen op het college heeft doorgemaakt en is daarom niet alleen met betrekking tot zijn politieke verleden van belang. Ik zou willen zeggen: voor inzicht in zijn politieke keuzes heeft het nauwelijks betekenis, maar des te meer voor het inzicht in zijn ontwikkeling op religieus gebied. Religie is toch het belangrijkste onderwerp van zijn hele schrijvers loopbaan.

Uit de brief aan zijn uitgever blijkt dat hij bepaald niet blij was met de inval van de Duitsers. Opvallend is ook zijn voorspelling dat de geallieerden de oorlog alleen zouden kunnen winnen als Amerika mee zou gaan doen. Ik neem aan dat de politieke geschriften waarop hij doelt de geschriften zijn die hij later in eerste instantie onder de titel Nieuw Politiek Bewustzijn en in tweede instantie, in aangepaste versie, onder de titel Politieke Geschriften I heeft willen publiceren. Het valt mij daarbij op hoe hij hoopt dat deze publicatie, tevens "de excessen zou kunnen bezweren waarmede de overgang naar een nieuwe orde gepaard kan gaan".

In de brief aan zijn kinderen verbaasde mij in eerste instantie vooral zijn uitgebreid relaas over de verschillende stromingen binnen het Europa van vóór de oorlog - democratie, liberalisme, communisme, socialisme en fascisme. Aanvankelijk begreep ik de noodzaak daarvan niet zo. Ik vat het nu op als een zoeken naar een aanvaardbare vorm van revolutie die hij noodzakelijk achtte om een meer sociale samenleving (het oplossen van het arbeidersprobleem) te realiseren. Via de 'normale' democratische weg zou het naar zijn opvatting niet verder komen dan wat gerommel in de marge. Die aanvaardbare revolutionaire weg had hij gevonden in het Verdinaso en met name in de persoon van Joris van Severen, de leider daarvan. Dit Verdinaso-ideaal behelsde een krachtig en sterk Dietschland (de huidige Benelux) op grondslag van het solidarisme en als onderdeel van een Europese statenbond (de huidige EU?). Door het uitbreken van de oorlog was de kans op het realiseren daarvan verkeken. Maar de wenselijkheid van een revolutionaire omwenteling was daarmee voor hem nog niet vervlogen, en naar mijn mening heeft hij daarom zijn, zo verguisde, verzameling gedichten uit Noord- en Zuid-Nederland Gelaat der dichters de ondertitel Revolutionaire Poezië meegegeven en niet, zoals men zou kunnen verwachten, Fascistische of Nationaal-Socialistische Poëzie.

In 'Over Auschwitz' geeft zijn opmerking dat hij zijn hele jeugd - 10, 20 jaar - lang een fascisme-zonder-Auschwitz heeft gekend een mogelijke andere invalshoek om naar het fascisme van vóór de oorlog te kijken.

(De nu volgende alinea is toegevoegd op 08-12-2011)
Maar nog belangrijker is zijn conclusie die hij trekt nadat hij alle verschrikkingen van Auschwitz heeft opgesomd: "Dit laat zich niet verklaren met woorden als antisemitisme, racisme, nationaal-socialisme (vet, ThBr), ook niet met vijandschappen die door de joden zelf zouden zijn opgeroepen. Misschien met de waanzinnige wraakzucht van de verliezer die - laten we het even zo stellen - zijn levenswerk, zijn volk een nieuwe toekomst te geven, zag instorten door een oorlog die hijzelf begon en zich toen wierp op de enige vijand die hij nog kon vernietigen; maar ook dat is nauwelijks een antwoord.". Bruning doet verder geen poging om zelf een aannemelijke verklaring te geven. Als een etiket als nationaal-socialisme géén verklaring inhoud, welk etiket zou Bruning er dan wel voor toepasselijk vinden? Na alles wat ik van Bruning gelezen heb, kan ik mij maar niet aan de indruk onttrekken dat het enige toepasselijke etiket zou kunnen zijn: de mens. Dit vermoeden is nog versterkt door het boek Het Lucifer effect, hoe gewone mensen zich laten verleiden tot het kwaad van Philip Zimbardo, uitgegeven door Lemniscaat in 2007. Zimbardo heeft in 1971 een gevangenisexperiment uitgevoerd aan de Universiteit van Stanford. De resultaten van zijn experiment waren zo onthutsend dat hij het al die jaren niet durfde te publiceren, pas de gebeurtenissen in de gevangenis van Abu Graib en Guantánamo Bay hebben hem zover gebracht.
(einde toevoeging 08-12-2011)

Al zijn ze niet in dit menu opgenomen, maar in het menu met andere bronnen, toch wil ik voor wat betreft autobiografische fragmenten benadrukken dat de hoofdstukken I, II en III van Raymund Brunings Henri Bruning, over grootheid en tragiek en geweten grotendeels bestaat uit brieven en aantekeningen van Henri Bruning. Hoofdstuk I behandeld zijn veroordeling door tribunaal en centrale ereraad en de eerste jaren daarna. Hoofdstuk II begint bij de voor Bruning zo desastreuze rede van Victor van Vriesland: "De Onverzoenlijken" en eindigt met zijn dood. Hoofdstuk III belicht het antisemitisme van Bruning. Tot slot behandelen de laatste twee hoofdstukken het goed-fout paradigma en het ontstaan daarvan. De autobiografische fragmenten staan ook op de oude site als onderdeel van het manuscript van Raymund Bruning Henri Bruning, over grootheid en tragiek en geweten. Hier heb ik teksten verdeeld in episoden en deze in een chronologische volgorde geplaatst.

Eindhoven, juli 2010,
Theo Bruning
























terug naar menu met autibiografische fragmenten



aangemaakt: 29-05-2010 laatste aanpassing: 05-04-2017